ECLI:NL:OGHNAA:2009:BJ8755
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- H.L. Wattel
- E.M. van der Bunt
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen dagvaarding in strafzaak met betrekking tot vuurwapen en munitie
In deze zaak gaat het om een bezwaarschrift dat door de verdachte is ingediend tegen een dagvaarding in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1959 in Libanon en woonachtig op Curaçao, was gedagvaard voor de terechtzitting van het Gerecht in eerste aanleg op 5 augustus 2009. Tegen deze dagvaarding heeft hij een bezwaarschrift ingediend, waarin hij betoogde dat er onvoldoende aanwijzingen van schuld bestonden. Het bezwaarschrift was echter summier gemotiveerd, wat leidde tot vragen over de ontvankelijkheid van het bezwaar.
Tijdens de behandeling in raadkamer op 9 september 2009 zijn de raadsman van de verdachte, mr. E.F. Sulvaran, en de (waarnemend) procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, gehoord. Het Hof heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift zich richtte tegen één van de acht ten laste gelegde feiten, namelijk het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Dit feit was tot dat moment niet eerder aan de orde geweest in de procedure, en de verdachte had geen stukken ontvangen die betrekking hadden op dit feit.
Het Hof oordeelde dat het motiveringsvereiste, zoals vastgelegd in artikel 293 van het Wetboek van Strafvordering, vereist dat de bezwaren van de verdachte duidelijk en onderbouwd worden gepresenteerd. Aangezien de motivering in het bezwaarschrift als onvoldoende werd beschouwd, verklaarde het Hof de verdachte niet-ontvankelijk in zijn bezwaar. De beslissing werd op 22 september 2009 genomen door de rechters J. de Boer, H.L. Wattel en E.M. van der Bunt, in aanwezigheid van de griffier.