ECLI:NL:OGHNAA:2009:BJ5903
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- M. Lewin
- A. Wattel
- R. Lock
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na letselschade en beoordeling van vorderingen
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep inzake schadevergoeding na een letselschade-incident. De appellant, een inwoner van Aruba, had eerder een schadevergoeding van Afl. 175.000,-- toegewezen gekregen voor immateriële schade. In het vervolg op eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van 19 september 2006, werd de vordering van de appellant opnieuw beoordeeld. Het Hof oordeelde dat de immateriële schadevergoeding, op basis van een rapport van Ergonomics, zou moeten worden verhoogd naar Afl. 200.000,--. De appellant vorderde daarnaast verschillende schadeposten, waaronder kosten voor huishoudelijke hulp, verpleegkundige hulp, verlies van zelfwerkzaamheid, en verlies van verdienvermogen. Het Hof oordeelde dat de appellant in overwegende mate in het gelijk werd gesteld, maar bepaalde ook dat bepaalde vorderingen onvoldoende onderbouwd waren en daarom werden afgewezen. De kosten voor huishoudelijke hulp werden toegewezen vanaf oktober 2005, en de kosten voor verpleegkundige hulp tot 4 januari 2006. Het Hof oordeelde dat de appellant recht had op een vergoeding voor verlies van zelfwerkzaamheid en verlies van verdienvermogen, waarbij het Hof de bedragen schattenderwijs vaststelde. De wettelijke rente over de toe te wijzen onderdelen van de vordering werd toegewezen vanaf de datum van het ongeval en andere relevante data. Thiel, de gedaagde partij, werd veroordeeld in de proceskosten en moest de appellant een aanzienlijk bedrag betalen, inclusief wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige onderbouwing van schadeposten in letselschadezaken.