ECLI:NL:OGHNAA:2009:BJ5878

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
18 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 089/08
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering vestigingsvergunning Scarlet N.V. door eilandsraad Sint Maarten

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 18 juni 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de naamloze vennootschap Scarlet N.V. tegen de eilandsraad van het Eilandgebied Sint Maarten. Scarlet had een beroep ingesteld tegen de weigering van de eilandsraad om een vestigingsvergunning te verlenen. De eilandsraad had zich beroepen op haar beleids- en beoordelingsvrijheid en stelde dat de weigering was gebaseerd op sociaal-economische belangen. Het Hof oordeelde dat de enkele verwijzing naar de kleinschaligheid en de aard van de economie van Sint Maarten niet voldoende was om de weigering te motiveren. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, dat de weigering onterecht was en dat de eilandsraad een nieuwe beschikking moest opstellen. Het Hof benadrukte dat de eilandsraad zorgvuldig onderzoek moet doen en een deugdelijke motivering moet geven voor haar besluiten. De uitspraak leidde tot de verplichting voor de eilandsraad om de proceskosten van Scarlet te vergoeden, vastgesteld op Naf. 1400,00.

Uitspraak

HLAR 089/08
Datum uitspraak: 18 juni 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de eilandsraad van het Eilandgebied Sint Maarten,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 18 november 2008 in zaak nr. 2007/55 in het geding tussen:
de naamloze vennootschap Scarlet N.V.
en
appellant.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 6 juli 2006 heeft het bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten (hierna: het bestuurscollege) een verzoek van de naamloze vennootschap Scarlet N.V. (hierna: Scarlet) om wijziging van de haar verleende vergunning tot het vestigen en drijven van een zaak gedeeltelijk toegewezen en voor het overige afgewezen.
Bij beschikking van 6 maart 2007 heeft de eilandsraad van het Eilandgebied Sint Maarten (hierna: de eilandsraad) het daartegen door Scarlet bij hem ingestelde administratief beroep niet ontvankelijk, dan wel ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 november 2008 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, (hierna: het Gerecht) het daartegen door Scarlet ingestelde beroep gegrond verklaard, die beschikking vernietigd en de eilandsraad opgedragen om met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen binnen vier maanden een nieuwe beschikking op het bij hem ingestelde beroep te geven.
Tegen deze uitspraak heeft de eilandsraad bij brief, ingekomen bij het Gerecht op 24 december 2008, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Bij brief van 24 februari 2009 heeft Scarlet van antwoord gediend.
Bij brief van 24 februari 2009 heeft de naamloze vennootschap Sint Maarten International Telecommunications Services N.V. (hierna: Smitcoms) een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 april 2009, waar de eilandsraad, vertegenwoordigd door mr. R.F. Gibson jr., advocaat,
Scarlet, vertegenwoordigd door mrs. B.G. Hofman en D.A.A. Boersema, beiden advocaat, en Smitcoms, vertegenwoordigd door mr. P. Brandon, advocaat, alsmede Sint Maarten Telephone Company N.V. en Telcell N.V., vertegenwoordigd door mr. M. Hofman, advocaat, East Caribbean Cellular N.V., vertegenwoordigd door mr. R. Zwanikken, advocaat, en Antetelecom N.V. en Radcomm N.V., vertegenwoordigd door mr. T.E. Matroos, advocaat, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De eilandsraad betoogt dat – samengevat – het Gerecht heeft miskend dat artikel 5 van de Vestigingsregeling voor bedrijven (hierna: de Vestigingsregeling) hem beleids- en beoordelingsvrijheid geeft bij de aanwending van de in deze bepaling geregelde bevoegdheid en dat in het licht van die vrijheid aan de bij de beschikking van 6 maart 2007 gehandhaafde weigering om Scarlet een vestigingsvergunning te verlenen sociaal-economische belangen ten grondslag mochten worden gelegd.
2.1.1. Ingevolge artikel 2 van de Vestigingsregeling, voor zover thans van belang, is het verboden een zaak te vestigen en te drijven of te doen drijven, zonder een daartoe strekkende vergunning van het bestuurscollege.
Ingevolge artikel 5 kan de vergunning worden geweigerd in het belang van de openbare orde en de publieke rust en voorts, indien het algemeen belang van het eiland waarvoor de vergunning is gevraagd, zulks naar het oordeel van het bestuurscollege vordert.
2.1.2. Het bestuurscollege heeft aan de weigering ten grondslag gelegd dat thans aan telecommunicatiebedrijven die bij het aanbieden van hun diensten gebruik willen maken van een nieuw aan te leggen en te exploiteren infrastructuur geen vestigingsvergunning meer wordt verleend, teneinde de bestaande telecommunicatie-infrastructuur tegen de negatieve gevolgen van ongelimiteerde concurrentie te beschermen.
Bij de beschikking van 6 maart 2007 heeft de eilandsraad deze weigering gehandhaafd en daartoe overwogen dat, gelet op de kleinschaligheid en de aard van de economie van Sint Maarten, het toelaten van meer aanbieders, waaronder Scarlet, negatieve gevolgen zal hebben voor de huidige aanbieders en daarmee voor de bestaande telecommunicatie infrastructuur.
2.1.3. Zoals het Hof eerder heeft overwogen (uitspraak van 20 november 2008 in zaak nr. 248 HLAR 20/08; www.rechtspraak.nl), laat artikel 5 van de Vestigingsregeling het bestuursorgaan een ruime marge van beleids- en beoordelingsvrijheid bij de aanwending van de bij die bepaling verleende bevoegdheid. Deze bepaling staat er niet aan in de weg dat aan de weigering om een gevraagde vestigingsvergunning te verlenen sociaal-economische belangen ten grondslag worden gelegd.
Zoals het Hof in die uitspraak evenzeer heeft overwogen, moet ook een met uitoefening van zodanige bevoegdheid gegeven beschikking zorgvuldig worden voorbereid en steunen op een motivering die haar vermag te dragen. Het Gerecht heeft de enkele verwijzing door de eilandsraad naar de kleinschaligheid en de aard van de economie van Sint Maarten, zonder dat op dat punt nader onderzoek is verricht, terecht niet als een motivering aangemerkt die het in de beschikking van 6 maart 2007 neergelegde standpunt dat verlening van de gevraagde vestigingsvergunning aan Scarlet dermate negatieve gevolgen zal hebben dat het algemeen belang de weigering van die vergunning vordert, vermag te dragen.
Het betoog faalt.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. Dit betekent dat de eilandsraad een nieuwe beschikking op het door Scarlet bij hem ingestelde beroep dient te geven en daarbij het hiervoor onder 2.1.3 overwogene in acht dient te nemen. Of aan Scarlet de gevraagde vestigingsvergunning moet worden verleend, hangt af van de resultaten van het door de eilandsraad in te stellen onderzoek en zijn op de resultaten daarvan gebaseerde oordeel.
2.3. De eilandsraad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden verwezen.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
I. bevestigt de aangevallen uitspraak;
I. veroordeelt de eilandsraad van het Eilandgebied Sint Maarten tot vergoeding van de bij de naamloze vennootschap Scarlet N.V. in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van Naf. 1400,00 (zegge: één duizend vierhonderd gulden), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de eilandsraad van het Eilandgebied Sint Maarten aan de naamloze vennootschap Scarlet N.V. te worden betaald.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
Voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,