ECLI:NL:OGHNAA:2009:BI6872
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- De Kerpel-van de Poel
- Mijnssen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade na verkeersongeluk op Aruba
In deze Arubaanse zaak staat de aansprakelijkheid van de appellant centraal na een verkeersongeluk dat plaatsvond op 30 oktober 2003. De botsing vond plaats tussen een door de appellant bestuurde Jeep Cherokee en een door de geïntimeerde bestuurde Nissan. De geïntimeerde stelt dat de appellant op zijn weghelft reed, wat leidde tot de frontale botsing. De appellant betwist dit en beweert dat de geïntimeerde slingerend op zijn weghelft reed, waardoor hij gedwongen was om naar links uit te wijken. Het Gerecht in eerste aanleg heeft in eerdere vonnissen geoordeeld dat de appellant niet de vrije doorgang heeft verleend aan de geïntimeerde, wat de basis vormt voor de aansprakelijkheid.
De appellant heeft hoger beroep ingesteld, maar het Hof bevestigt de eerdere vonnissen. Het Hof oordeelt dat de schriftelijke verklaringen van drie inzittenden van de achter de geïntimeerde rijdende auto de lezing van de geïntimeerde ondersteunen. De appellant heeft niet overtuigend bewijs geleverd dat zijn stelling over het rijgedrag van de geïntimeerde ondersteunt. Het Hof concludeert dat de bewijslast bij de geïntimeerde ligt, maar dat de feiten wijzen op de aansprakelijkheid van de appellant.
Het Hof bevestigt de eerdere vonnissen en veroordeelt de appellanten in de proceskosten. De zaak benadrukt het belang van getuigenverklaringen en de bewijslast in civiele aansprakelijkheidszaken, vooral in het kader van verkeersongelukken. De uitspraak is gedaan op 19 mei 2009 en onderstreept de verantwoordelijkheden van bestuurders op de weg.