ECLI:NL:OGHNAA:2009:BI0042
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vrijspraak in hoger beroep na onvoldoende bewijs bij overval op pompstation
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 26 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerder vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen. De zaak betreft een overval op een pompstation waarbij een bewaker om het leven is gekomen. Het Openbaar Ministerie (OM) ging in appel tegen de vrijspraak die in eerste aanleg was uitgesproken. De kern van de zaak draait om de betrouwbaarheid van het bewijs, dat voornamelijk is gebaseerd op getuigenverklaringen en herkenning. Het Hof oordeelt dat de omstandigheden rondom de herkenning van de verdachte door de getuige onvoldoende overtuigend zijn. De getuige had eerder verklaard de verdachte van de zijkant te hebben gezien, maar later beweerde hij de man vol in het gezicht te hebben gezien. Dit roept vragen op over de betrouwbaarheid van zijn getuigenis.
Daarnaast zijn er twijfels over de herkenning van de verdachte op basis van zijn kapsel. De getuige verklaarde dat hij een bundel haar aan de achterkant van het hoofd van de verdachte had gezien, maar het Hof concludeert dat de verdachte op het moment van de overval geen vlechtjes had aan de bovenkant van zijn hoofd, wat de herkenning verder ondermijnt. Gezien deze inconsistenties en de gebrekkigheid van het bewijs, bevestigt het Hof de vrijspraak van de verdachte.
Het Hof verwerpt ook het verweer van de raadsman dat de relatie van de verdachte tot een revolver niet kan worden gekwalificeerd als 'voorhanden hebben'. Het Hof legt uit dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de revolver en deze in zijn onmiddellijke nabijheid had. De uitspraak van het Hof benadrukt het belang van betrouwbare getuigenverklaringen en de noodzaak van overtuigend bewijs in strafzaken.