ECLI:NL:OGHNAA:2009:BH3045
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van de Nederlandse nationaliteit van verzoeker geboren in Venezuela
In deze zaak verzocht de verzoeker, geboren op 8 mei 1989 in Venezuela, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba om vast te stellen dat hij sinds 26 mei 1989 de Nederlandse nationaliteit bezit. De verzoeker was niet door geboorte Nederlander geworden, maar was 18 dagen na zijn geboorte erkend door een Nederlandse man, die op dat moment gehuwd was met een andere vrouw. De erkenning was volgens de oude wetgeving nietig, maar de Hoge Raad had eerder geoordeeld dat een absoluut verbod van erkenning door een gehuwde man in strijd kan komen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op eerbiediging van het gezinsleven waarborgt.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 10 september 2008 werd ingediend. De Advocaat-Generaal van Aruba diende op 11 december 2008 een schriftelijke conclusie in, en op 16 december 2008 vond de mondelinge behandeling plaats. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de vader van de verzoeker, die in 1978 in Venezuela was getrouwd, in 1989 zijn zoon erkende, maar dat deze erkenning volgens de Venezolaanse wetgeving nietig was omdat hij gehuwd was. Echter, het Hof oordeelde dat de erkenning niet kon worden geweigerd op basis van strijd met de openbare orde, gezien de omstandigheden van de zaak en de biologische relatie tussen de verzoeker en zijn vader.
Het Hof concludeerde dat de erkenning van de Venezolaanse erkenning niet kon worden geweigerd en dat de verzoeker met ingang van 26 mei 1989 Nederlander was geworden. De beschikking werd uitgesproken op 20 januari 2009, in aanwezigheid van de griffier, en de zaak werd behandeld door de rechters J. de Boer, L.J. de Kerpel-van de Poel en H.L. Wattel.