ECLI:NL:OGHNAA:2009:BG9876

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
6 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
H-207/2008
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan gewapende overval op restaurant met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 6 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor medeplichtigheid aan een gewapende overval op een Chinees restaurant. De verdachte, geboren in 1985 in de Dominicaanse Republiek en woonachtig in Aruba, heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de overval. Echter, het Hof oordeelde dat zij op basis van verklaringen van medeverdachten en getuigen informatie heeft verstrekt over de kluis, het kasregister en de openingstijden van het restaurant aan haar vriend en zijn mededaders. De overval vond plaats op 5 januari 2008, waarbij de aanwezige schoonmaakster en kok met geweld zijn bedreigd en de daders een aanzienlijke buit hebben gemaakt.

Het Hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar heeft haar wel schuldig bevonden aan het subsidiair ten laste gelegde feit. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, met aftrek van voorarrest. Het Hof heeft rekening gehouden met het feit dat de verdachte een first offender is en dat de straf in overeenstemming moet zijn met de ernst van het feit en haar rol daarin. De in beslag genomen voorwerpen zijn in gelijke zin als in eerste aanleg behandeld, waarbij de flatscreen televisie en dvd-speler verbeurd zijn verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin, waarbij het Hof de rechtsorde en de impact van de overval op de slachtoffers heeft benadrukt.

Uitspraak

Uitspraak: 6 januari 2009
Zaaknummer: H-207/2008
Parketnummer: 2008/00457
Tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
<u>S T R A F V O N N I S</u>
gewezen in het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 17 juli 2008
in de strafzaak tegen:
[Verdachte],
geboren op [datum] 1985 in de Dominicaanse Republiek,
wonende in Aruba.
<u>Het onderzoek ter terechtzitting</u>
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 16 mei 2008 en 3 juli 2008, zoals daarvan blijkt uit de processen-verbaal van die terechtzittingen, alsmede van dat in hoger beroep van 17 december 2008 in Aruba.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. J. Gras, en van hetgeen door de verdachte en haar raadsman mr. H.G. Figaroa naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, aan verdachte terzake van het primair ten laste gelegde feit een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van 2 jaar en 6 maanden, met aftrek van voorarrest, en met gelijke beslissingen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen als in eerste aanleg gegeven.
In eerste aanleg is verdachte ter zake van het subsidiair ten laste gelegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar met aftrek van voorarrest, met last tot teruggave van de in beslag genomen pet en overall en verbeurdverklaring van de in beslag genomen flatscreen televisie van het merk Akai en de dvd-speler van het merk Panasonic.
<u>De telastelegging</u>
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
[...]
<u>Het vonnis waarvan beroep</u>
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het Hof tot andere beslissingen komt.
<u>Vrijspraak </u>
Het Hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte om die reden daarvan vrij.
<u>Bewezenverklaring</u>
Het Hof acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte subsidiair is ten laste gelegd, met dien verstande:
dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op 5 januari 2008 in Aruba met het oogmerk van weder¬rechtelijke toe-eigening hebben weggenomen een brandkast met inhoud en een kasregister met inhoud en telefoonkaart en een doos whisky (van het merk Old Parr) en een doos wijn (van het merk Glen Ellen), toebehorende aan [eigenaar] en/of [naam restaurant] Bar & Restaurant, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachten 1, 2, 3, en 4] al dan niet met bedekt(e) gezicht(en) voornoemd(e) bar en restaurant zijn binnengekomen en (vervolgens) mes aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben getoond en (vervolgens) de handen van die [slachtoffer 1] hebben vastgeplakt en (vervolgens) de mond van die [slachtoffer 1] hebben dichtgeplakt en (vervolgens) die [slachtoffer 2] met kracht tegen een freezer hebben geduwd en (vervolgens) de armen van die [slachtoffer 2] op de rug hebben vastgeplakt en (vervolgens) die [slachtoffer 2] op de grond hebben geduwd en (vervolgens) een mes, op de hals van die [slachtoffer 2] hebben geplaatst, tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, op of omstreeks 5 januari 2008 in Aruba opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door als barbedienster van voornoemd(e) bar en restaurant aan die[medeverdachten 1, 2, 3, en 4] te vertellen waar de kluis en het kasregister en de flessen whisky zich in bedoeld(e) bar en restaurant bevond die zij weg moest nemen en wanneer een Chinees en een werkster de/het bar en restaurant zouden openen om hun respectievelijke werkzaamheden te verrichten.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
<u>Bewijsoverwegingen</u>
Verdachte heeft iedere betrokkenheid bij het ten laste gelegde feit ontkend. Op basis van de bewijsmiddelen acht het Hof haar deelneming aan het feit als na te melden desondanks bewezen. De medeverdachte [naam medeverdachte 4] heeft verklaard dat [andere medeverdachte 2], [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en verdachte (“[bijnaam verdachte]”) in zijn aanwezigheid hebben gesproken over het plan om een gewapende overval op het genoemde restaurant te plegen en dat verdachte hen bij die gelegenheid heeft verteld waar de kluis, het kasregister en de flessen whisky waren en wanneer de medewerkers het restaurant zouden openen. Bevestiging voor die verklaring is te vinden in de verklaring van medeverdachte [naam] en (uit de tweede hand) van [getuige] en [getuige 2]. Het Hof ziet geen reden om aan die verklaringen te twijfelen.
Op grond van deze verklaringen gaat het Hof ervan uit dat verdachte aan haar vriend en zijn mededaders informatie heeft gegeven over de weg te nemen goederen en inlichtingen die voor de uitvoering van de overval van belang waren. Het Hof is er niet van overtuigd dat verdachte bij de verdere planning en/of uitvoering van de overval een rol van betekenis heeft gespeeld. Gelet daarop acht het Hof niet bewezen dat sprake is geweest van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en haar mede¬verdachten, dat kan worden gezegd dat zij het feit tezamen en in vereniging met hen heeft gepleegd. Wel acht het Hof op grond daarvan bewezen dat zij opzettelijk inlichtingen tot het plegen van het feit heeft verstrekt, hetgeen haar medeplichtig aan de overval maakt.
<u>De bewijsmiddelen</u>
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in geval van cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
<u>Kwalificatie en strafbaarheid van het feit</u>
Het bewezene levert op:
medeplichtigheid aan diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 325 juncto artikel 323 en 50 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Het bewezene is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
<u>Strafbaarheid van de verdachte</u>
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
<u>De op te leggen straf</u>
Bij de bepaling van de straf heeft het Hof gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan een overval op een Chinees restaurant, waar zij als bartender werkte. Zij heeft haar vriend en zijn mededaders informatie gegeven over de brandkast met geld en andere goederen die zich in het restaurant bevonden en andere inlichtingen die van belang waren voor de te plegen overval. Bij de overval zijn de aanwezige schoonmaakster en kok met messen bedreigd, zijn de handen van de kok met tape vastgebonden en is de mond van de schoonmaakster met tape dichtgeplakt. De daders hebben ook daadwerkelijk de brandkast met een aanzienlijk geldbedrag en andere goederen buitgemaakt.
Door overvallen als deze wordt de rechtsorde ernstig geschokt en wordt de slachtoffers niet alleen financiële schade maar vooral ook grote angst en leed toegebracht. Verdachte heeft, door zich hiermee in te laten, een ernstig misdrijf begaan. Afgezien daarvan heeft zij met haar handelwijze het vertrouwen van haar werkgever op grove wijze beschaamd.
In het voordeel van verdachte houdt het Hof rekening met het feit dat verdachte niet eerder wegens een strafbaar feit is veroordeeld.
Alles afwegende is het Hof van oordeel dat een straf, gelijk in eerste aanleg aan verdachte is opgelegd, voldoende recht doet aan de ernst van het feit en de rol die verdachte daarbij heeft gespeeld.
<u>Inbeslaggenomen voorwerpen</u>
Het Hof verenigt zich met de in eerste aanleg gegeven beslissingen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen en de gronden waarop deze beslissingen berusten. In hoger beroep zal, wat deze voorwerpen betreft, in gelijke zin worden beslist.
<u>De toepasselijke wettelijke voorschriften</u>
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 31 en 35 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
<u>RECHTDOENDE IN NAAM DER KONINGIN</u>
Het Hof:
Vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 17 juli 2008 en doet opnieuw recht.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Kwalificeert het bewezene als voren omschreven.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van EEN (1) JAAR.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen pet en overall aan verdachte.
Verklaart verbeurd de onder verdachte in beslag genomen flatscreen televisie van het merk Akai en de dvd-speler van het merk Panasonic.
Dit vonnis is gewezen door mrs. H.L. Wattel, E.M.D. Angela en L.J. de Kerpel-van de Poel, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 6 januari 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
<small>Mr. Angela is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.</small>