ECLI:NL:OGHNAA:2008:BH1328
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- P. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag vergunning tijdelijk verblijf
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 12 juni 2008. De minister van Justitie had op 29 oktober 2007 de aanvraag van [appellant] om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf afgewezen. Het Gerecht verklaarde het beroep van [appellant] ongegrond. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld, dat op 19 september 2008 ter zitting werd behandeld. Tijdens deze zitting was [appellant] aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door een ambtenaar.
Het Hof overweegt dat niet is gebleken dat de eerdere aanvraag van [appellant] om een vergunning tot tijdelijk verblijf, ingediend op 20 december 2004, is afgewezen. Bovendien is in de Landsverordening administratieve rechtspraak niet bepaald dat het uitblijven van een besluit als een afwijzing moet worden beschouwd. Het Gerecht heeft de beschikking van 29 oktober 2007 ten onrechte aangemerkt als een beschikking van gelijke strekking na een eerdere afwijzing. Het Hof oordeelt dat het hoger beroep gegrond is en vernietigt de uitspraak van het Gerecht. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerecht voor verdere behandeling.
Daarnaast worden de proceskosten in hoger beroep vastgesteld op Naf. 1400,00, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand. Het Hof bepaalt ook dat het griffierecht van Naf. 300,00 aan [appellant] wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 20 november 2008.