ECLI:NL:OGHNAA:2008:BH0232
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vergunning tot tijdelijk verblijf en rechtsgeldige bekendmaking
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf door de minister van Vreemdelingenzaken. De vreemdeling, die in Aruba woont, had een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf voor onbepaalde tijd, welke door de minister op 7 mei 2007 werd afgewezen. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het Gerecht in eerste aanleg van Aruba verklaarde haar beroep op 16 januari 2008 niet ontvankelijk. Hierop stelde de vreemdeling hoger beroep in bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat de zaak op 24 september 2008 behandelde.
De vreemdeling betoogde dat het Gerecht had miskend dat zij geen origineel van de beschikking had ontvangen, waardoor de bekendmaking niet rechtsgeldig zou zijn. De minister had op 12 november 2007 een beschikking gegeven op het bezwaarschrift van de vreemdeling, maar het Hof oordeelde dat de vreemdeling wel degelijk een afschrift had ontvangen. Het Hof concludeerde dat het Gerecht terecht geen grond had gevonden voor het oordeel dat de beschikking niet in overeenstemming met artikel 22, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak was bekendgemaakt.
Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 november 2008.