ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG9184

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
9 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR 1601/04-H-211/07
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en wettelijke rente in hoger beroep

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd behandeld, ging het om een vordering tot schadevergoeding en wettelijke rente. De zaak betreft een hoger beroep van de naamloze vennootschap Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company (NA&A) N.V., die als appellante optrad tegen een eerdere uitspraak. De zaak werd behandeld op 9 december 2008, waarbij het Hof volhardde in zijn eerdere overwegingen. Het Hof oordeelde dat het slachtoffer in beginsel slechts recht heeft op een pro-rato gedeelte van het schadebedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, naar evenredigheid van de rechten van de drie gelaedeerden op de verzekerde som. Het Hof stelde vast dat het, ingevolge artikel 281a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, buiten de grieven om ambtshalve recht kan doen, en dat het in deze zaak gebruik maakte van die bevoegdheid. De appellante betoogde dat het Hof buiten de grenzen van het geschil was getreden, maar het Hof verwierp dit betoog. Het Hof berekende de verschuldigde wettelijke rente en kwam tot de conclusie dat aan de geïntimeerde een vorderingsrecht toekwam van afgerond NAF 51.590,-. Na berekening van het pro-rata bedrag, werd vastgesteld dat het aan de geïntimeerde toewijsbare bedrag NAF 40.817,02 bedroeg. Het Hof vernietigde het vonnis waarvan beroep voor zover het de appellante tot betaling van NAF 38.060,- vermeerderd met wettelijke rente had veroordeeld, en veroordeelde de appellante om het berekende bedrag aan de geïntimeerde te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

UITSPRAAK: 9 december 2008
ZAAKNR.: AR 1601/04-H-211/07
HET GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE
NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NETHERLANDS ANTILLES & ARUBA ASSURANCE COMPANY (NA&A) N.V.,
gevestigd op Curaçao,
voorheen gedaagde, thans appellante,
gemachtigde: mr. G.A. Pieter,
tegen
[geïntimeerde],
wonend op Curaçao,
voorheen eiser, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mrs. R.E. Blaauw en R.R. Engels.
Partijen worden hierna wederom Citizens en [geintimeerde] genoemd.
1. Het verdere verloop van de procedure
1.1 Overeenkomstig het bepaalde in het tussenvonnis van 22 april 2008 hebben partijen gelijktijdig een akte houdende uitlating genomen, Citizens onder overlegging van 1 productie. [geintimeerde] heeft, nadat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld, afgezien van het nemen van een akte houdende uitlating over die productie. Vervolgens hebben partijen wederom vonnis gevraagd, waarvan de datum nader is bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1 Bij het tussenvonnis, waarnaar het Hof verwijst en waarbij het volhardt, zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over rov. 4.8 van dat tussenvonnis, in-houdende dat [geintimeerde] in beginsel slechts recht heeft op een pro-rato gedeelte van het bedrag van NAF. 38.060,- vermeerderd met de wettelijke rente (naar evenredigheid van de rechten van de drie gelaedeerden op de verzekerde som ad NAF. 150.000,-), en over de hoogte van de aan [geintimeerde] toekomende wettelijke rente.
2.2 [geintimeerde] heeft betoogd dat het Hof met voormelde overweging op ongeoorloofde wijze buiten de grenzen van het geschil is getreden. [geintimeerde] stelt zich op het standpunt dat hem om die reden het volledige bedrag ad NAF. 38.060,- toekomt, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, welke volgens hem NAF. 12.121,04 bedraagt (de in de akte aangekondigde renteberekening ontbreekt).
Citizens is niet ingegaan op rov. 4.8 van het tussenvonnis en heeft de wettelijke rente tot aan 26 augustus 2008 berekend op NAF. 14.643,91.
2.3 Het Hof verwerpt het betoog van [geintimeerde] dat het buiten de grenzen van zijn bevoegdheid is getreden. Ingevolge artikel 281a Rv kan het Hof immers buiten de grieven om ambtshalve recht doen. Van die bevoegdheid heeft het Hof gebruik gemaakt, mede in aanmerking genomen dat artikel 6 lid 2, eerste volzin, van de LAM van dwingend recht is. Nu [geintimeerde] niet heeft aangevoerd waarom in casu van het aangehaalde beginsel zou moeten worden afgeweken en het Hof daar ook overigens geen aanleiding toe ziet, zal slechts het pro-rato gedeelte van [geintimeerde]s recht op de verzekerde som ad NAF. 150.000,- worden toegewezen.
2.4 De verschuldigde wettelijke rente becijfert het Hof tot op heden (9 december 2008) op NAF 13.629,99 (9.177,01 over NAF. 22.000,- en 4.452,98 over NAF. 16.060,-). In totaal komt aan [geintimeerde] derhalve een vorderingsrecht toe van afgerond NAF. 51.590,- (38.060,- + 13.630,-). Opgeteld bij de aan [erfgenaam mede-inzittende] en de Staat der Nederlanden op last van de rechter uitgekeerde bedragen van in totaal NAF. 138.000,14, komt de som van de vorderingsrechten van de drie gelaedeerden uit op (afgerond) NAF 189.590,-.
Het pro rato aan [geintimeerde] toewijsbare bedrag bedraagt derhalve NAF. 40.817,02 (150.000/189.590 x 51.590,-).
2.5 Citizens zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij de kosten van het hoger beroep dienen te dragen.
BESLISSING:
Het Hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voorzover Citizens daarbij jegens [geintimeerde] tot betaling van NAF. 38.060,- vermeerderd met de wettelijke rente is veroordeeld, en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Citizens om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [geintimeerde] te betalen NAF. 40.817,02, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf heden tot aan de dag der algehele voldoening;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;
veroordeelt Citizens in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van [geintimeerde] gevallen en tot op heden begroot op NAF. 232,50 aan exploitkosten en NAF. 4.250,- aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, J.R. Sijmonsma en L.J. de Kerpel-van de Poel, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 9 december 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.