ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG7898
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- U.I.D. Luydens
- H.L. Wattel
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 4 december 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep. De verdachte, geboren in 1978 op Curaçao, was eerder veroordeeld door het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen op 11 augustus 2008. De procureur-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis van de eerste aanleg zou worden vernietigd en dat aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden zou worden opgelegd, met een proeftijd van drie jaren en een bijzondere voorwaarde van 160 uren maatschappelijke dienstverlening.
Het Hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd, omdat het zich niet kon verenigen met de inhoud daarvan. De raadsman van de verdachte had de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit, maar dit verweer werd verworpen. De aangifte van verduistering in dienstbetrekking was gedaan door de directeur van Goisco B.V. en betrof vijf werknemers, waaronder de verdachte. De aanhouding van de verdachte werd als rechtmatig beschouwd, ondanks het verweer van de raadsman.
De kern van de zaak was dat de aangifte niet voldoende bewijs bood voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten. Er ontbrak videomateriaal en de verklaringen van mede-verdachten waren niet concreet genoeg om de betrokkenheid van de verdachte te onderbouwen. De verdachte heeft steeds haar betrokkenheid ontkend. Het Hof concludeerde dat er niet wettig en overtuigend kon worden vastgesteld dat de verdachte een strafbare betrokkenheid had bij de feiten, en sprak haar vrij.
De uitspraak van het Hof is gedaan in naam der Koningin, en de beslissing werd openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.