ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG3631
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Verwijdering en ontzegging van binnenkomst in de Nederlandse Antillen voor drie jaar
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante, verblijvend in de Dominicaanse Republiek, tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 19 oktober 2006. De Gezaghebber van het Eilandgebied Curaçao had op 21 januari 2006 de verwijdering van appellante gelast en haar voor drie jaar de binnenkomst in de Nederlandse Antillen ontzegd. Appellante stelde dat deze sanctie te zwaar was, vooral omdat zij al zwaar gestraft was door de scheiding van haar partner. Ze voerde aan dat haar partner op Curaçao woont en werkt, en dat verblijf in de Dominicaanse Republiek problematisch zou zijn voor hun gezinsleven.
Het Hof heeft de zaak op 27 maart 2007 behandeld, waarbij appellante in persoon verscheen, bijgestaan door een gemachtigde, en de Gezaghebber vertegenwoordigd werd door mr. A.J. Nieuw. Het Hof oordeelde dat het Gerecht in eerste aanleg terecht had geoordeeld dat de Gezaghebber in redelijkheid de binnenkomst van appellante kon ontzeggen. Het Hof concludeerde dat er geen objectieve belemmeringen waren voor appellante om haar gezinsleven in de Dominicaanse Republiek voort te zetten, en dat de klacht van appellante faalde. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.
De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, met de voorzitter en leden van het Hof, in tegenwoordigheid van de griffier. De uitspraak vond plaats op 4 juni 2007.