ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG3604

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
4 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
166 HLAR 40/06
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake uitblijven beslissing op verzoek om verlening van vergunning tot tijdelijk verblijf

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, die op 8 augustus 2005 is gedaan. Appellante, wonend op Sint Maarten, had de Gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten verzocht om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf. Het Gerecht verklaarde het beroep van appellante tegen het uitblijven van een beslissing op dat verzoek niet-ontvankelijk. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, dat op 9 november 2006 bij het Hof is ingekomen. De Gezaghebber heeft op 8 januari 2007 een antwoord ingediend. De zaak is behandeld op 23 maart 2007, waarbij de Gezaghebber vertegenwoordigd was door mr. K. de Vries, advocaat.

De kern van de zaak betreft de vraag of het hoger beroep ontvankelijk is, gezien het feit dat appellante domicilie had gekozen ten kantore van haar advocaat. Het Hof constateert dat het Gerecht geen afschrift van de aangevallen uitspraak naar het kantoor van de advocaat heeft verzonden, en dat de advocaat pas op 3 november 2006 een afschrift van de uitspraak heeft ontvangen. Hierdoor is het Hof van oordeel dat het hoger beroep ontvankelijk is, ondanks de termijnoverschrijding.

Het Hof oordeelt verder dat het Gerecht de eerdere uitspraak terecht heeft gedaan en dat de gronden die appellante in hoger beroep naar voren heeft gebracht niet tot een ander oordeel leiden. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 4 juni 2007.

Uitspraak

166 HLAR 40/06
Datum uitspraak: 4 juni 2007
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend op Sint Maarten,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 8 augustus 2005 in het geding tussen:
appellante
en
1. de Gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten, namens de Minister van Justitie,
2. het Eilandgebied Sint Maarten.
1. Procesverloop
Bij onderscheiden brieven van 11 maart en 23 april 2004 heeft appellante de Gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten (hierna: de Gezaghebber) verzocht om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf.
Bij uitspraak van 8 augustus 2005 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingplaats Sint Maarten (hierna: het Gerecht), het door appellante tegen het uitblijven van een beslissing op dat verzoek ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief, bij het Hof ingekomen op 9 november 2006, hoger beroep ingesteld.
Bij brief, bij het Hof binnengekomen op 8 januari 2007, heeft de Gezaghebber van antwoord gediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 maart 2007, waar de Gezaghebber, vertegenwoordigd door mr. K. de Vries, advocaat, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 51, tweede lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak zendt de griffier van de uitspraak van het Gerecht onverwijld na de openbaarmaking daarvan kosteloos een door hem getekend afschrift aan partijen.
Ingevolge artikel 76, voor zover thans van belang, wordt het hoger beroep binnen zes weken na de datum waarop van de uitspraak van het Gerecht kennis is gegeven op de wijze, bedoeld in artikel 51, tweede lid, aanhangig gemaakt middels een aan het Hof gericht beroepschrift, dat wordt ingediend ter griffie van het Gerecht waarvan de uitspraak wordt aangevochten.
2.2. Appellante heeft volgens het door haar ingediende beroepschrift voor deze zaak domicilie gekozen ten kantore van haar advocaat aan het Emmaplein 4 te Philipsburg op Sint Maarten. Vast staat dat het Gerecht geen afschrift van de aangevallen uitspraak naar dit adres heeft verzonden. Ook is niet gebleken dat de advocaat anderszins een afschrift van de uitspraak heeft ontvangen. Eerst op 3 november 2006 heeft de Gezaghebber een afschrift van de uitspraak aan de advocaat verstrekt. Onder deze omstandigheden en nu geen andere gronden zijn gesteld of gebleken om anders te oordelen, is het door appellante ingestelde hoger beroep ontvankelijk.
2.3. Het Gerecht heeft het door appellante ingestelde beroep terecht en op goede gronden wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Hetgeen appellante in hoger beroep dienaangaande naar voren heeft gebracht, leidt niet tot een ander oordeel.
2.4. Het hoger is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Ter Berg
Voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 juni 2007
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,