ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG2204
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- P. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van aanvragen om verlening van een vergunning tot verblijf
In deze zaak heeft [de moeder] hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, die op 21 december 2007 haar beroepen tegen de afwijzing van aanvragen om verlening van een vergunning tot verblijf niet-ontvankelijk heeft verklaard. De aanvragen waren ingediend door [de moeder] ten behoeve van haar kinderen en betroffen beschikkingen van de Minister van Justitie van 12 april 2007. Het Gerecht oordeelde dat de beroepschriften te laat waren ingediend, omdat de termijn om beroep in te stellen was begonnen op 13 april 2007 en eindigde op 24 mei 2007. De beroepschriften die op 24 mei 2007 waren ingediend, betroffen niet de beschikkingen van 12 april 2007, waardoor de beroepen niet tijdig waren ingesteld.
Tijdens de zitting op 14 april 2008 heeft [de moeder] haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar advocaat mr. M.H. Römer. De Minister van Justitie was vertegenwoordigd door mr. I.E.A. Doorstam. [De moeder] betoogde dat zij de beroepschriften tijdig per fax had ingediend, maar het Hof oordeelde dat dit betoog faalde. De ingediende beroepschriften op 24 mei 2007 betroffen niet de juiste beschikkingen, en de beroepschriften die op 7 juni 2007 waren ingediend, kwamen te laat.
Het Hof heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 9 juni 2008.