ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG2203
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- P. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing vergunning tot verblijf voor vreemdeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door appellant is ingesteld tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 21 december 2007. Het beroep betreft de beschikking van de Gezaghebber van het Eilandgebied Curaçao, die op 18 april 2007 de aanvraag van een vreemdeling om een vergunning tot verblijf afwees. Appellant, die niet de vreemdeling is, stelt dat hij ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard door het Gerecht. Het Hof overweegt dat volgens artikel 7, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR) alleen natuurlijke of rechtspersonen die rechtstreeks door een beschikking zijn getroffen, beroep kunnen instellen. Aangezien appellant niet de vreemdeling is die de vergunning heeft aangevraagd, is hij geen belanghebbende in de zin van de LAR. Het Hof oordeelt dat het Gerecht appellant ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het hoger beroep gegrond. De uitspraak van het Gerecht wordt vernietigd en het Hof verklaart het beroep van appellant alsnog niet-ontvankelijk. Tevens wordt het griffierecht aan appellant vergoed.