ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG1170

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
11 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
214 HLAR 42/07
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake aanvraag verblijfvergunning door Vincera International N.V.

In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van de naamloze vennootschap Vincera International N.V. en de vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen. De zaak betreft een aanvraag om een vergunning tot verblijf, die door de Gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten namens de minister van Justitie was afgewezen. De Gezaghebber had op 28 juli 2004 de aanvraag afgewezen en het bezwaar dat door Vincera en de vreemdeling was ingediend, werd op 29 september 2006 ongegrond verklaard. Hierop volgde een beroep bij het Gerecht, dat op 12 juni 2007 de beschikking van de Gezaghebber vernietigde en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde.

Tegen deze uitspraak hebben Vincera en de vreemdeling op 7 augustus 2007 hoger beroep ingesteld. Het Hof heeft de zaak op 11 april 2008 behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten. De rechters hebben overwogen dat de termijn voor het instellen van hoger beroep op 25 juli 2007 was geëindigd, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. Het Hof heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet tijdig was ingesteld. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de gevolgen van termijnoverschrijding zonder geldige redenen.

Uitspraak

214 HLAR 42/07
Datum uitspraak: 11 april 2008
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak op het hoger beroep van:
1. de naamloze vennootschap Vincera International N.V.
2. [de vreemdeling],
onderscheidenlijk gevestigd en wonend op [woonplaats],
appellanten,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 12 juni 2007 in het geding tussen:
appellanten
en
de Gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten, namens de minister van Justitie.
Bij beschikking van 28 juli 2004 heeft de Gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten (hierna: de Gezaghebber) namens de minister van Justitie (hierna: de minister) een aanvraag van de naamloze vennootschap Vincera International N.V. (hierna: Vincera) om verlening van een vergunning tot verblijf aan [de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling) afgewezen.
Bij beschikking van 29 september 2006 heeft de Gezaghebber het daartegen door Vincera en de vreemdeling gemaakte bezwaar namens de minister ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 12 juni 2007, verzonden op 13 juni 2007, heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten (hierna: het Gerecht), het daartegen door Vincera en de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, die beschikking vernietigd en het gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben Vincera en de vreemdeling bij brief, bij het Hof ingekomen op 7 augustus 2007, hoger beroep ingesteld.
De Gezaghebber heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 april 2008, waar Vincera en de vreemdeling, beiden vertegenwoordigd door mr. F. Telgt, advocaat, en de minister, vertegenwoordigd door mr. A.O. Muller, advocaat, zijn verschenen.
Bij mondelinge uitspraak, gedaan op dezelfde dag door mrs. H.L. Wattel, R.W.L. Loeb en A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier, heeft het Hof het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Daartoe heeft het overwogen dat, nu de termijn voor het instellen van hoger beroep, die door de verzending van de aangevallen uitspraak aan de toenmalige gemachtigde van Vincera en de vreemdeling bij brief van 13 juni 2007 is aangevangen, op 25 juli 2007 is geëindigd, het hoger beroep niet tijdig is ingesteld en niet is gebleken van omstandigheden die tot het oordeel leiden dat de termijnoverschrijding het gevolg is van niet aan Vincera en de vreemdeling toe te rekenen bijzondere omstandigheden en zij het hoger beroep hebben ingesteld, zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden.
Voorzitter
griffier
Verzonden: