ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG0864
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning voor minderjarige dochter op basis van vreemdelingenbeleid
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor de minderjarige dochter van appellante, die van Colombiaanse nationaliteit is en geboren op 14 maart 1993. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Vreemdelingenzaken op basis van het beleid dat vreemdelingen in beginsel niet worden toegelaten voor gezinshereniging of gezinsvorming, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die afwijking van dit beleid rechtvaardigen. De minister stelde dat er geen dergelijke omstandigheden waren aangetoond die op humanitaire gronden tot toelating zouden nopen.
De appellante voerde aan dat het schoolbezoek van haar dochter op Aruba een bijzondere omstandigheid vormde, maar het Hof oordeelde dat dit niet voldoende was. Het beleid, dat sinds juni 2002 van kracht is, sluit de mogelijkheid van verblijfsvergunning voor illegaal verblijvende kinderen die naar school gaan uit. Het Hof concludeerde dat er geen objectieve belemmeringen waren voor de terugkeer van appellante en haar dochter naar Colombia, en dat de afwijzing van de aanvraag derhalve niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel.
Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, dat de afwijzing van de aanvraag door de minister had bekrachtigd. De conclusie was dat de argumenten van appellante niet voldoende waren om de beslissing van de minister te weerleggen. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en de proceskosten werden niet toegewezen.