ECLI:NL:OGHNAA:2008:BE8656

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
12 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR 1026/06– H. 282/07
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitzending WK-voetbal door horeca en overeenkomst met TDS voor uitzendrechten

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap TELEVISION DISTRIBUTION SYSTEMS (CURAÇAO) N.V. (hierna: TDS) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao. TDS had een overeenkomst gesloten met verschillende horeca-gelegenheden voor het uitzenden van WK-voetbalwedstrijden. De horeca-gelegenheden wilden de wedstrijden uitzenden in de Nederlandse en Engelse taal en gingen een contract aan met TDS voor de uitzendrechten. TDS had dit pakket zelf ingekocht, naast de goedkopere Papiaments/Spaanse versie. Het Hof oordeelt dat de vergoeding die TDS vroeg niet onredelijk was, en dat de horeca-gelegenheden op de hoogte waren van de andere mogelijkheden. De verkeerde voorstelling van zaken die de horeca aanvoert, wordt voor rekening van de horeca zelf gesteld. Het Hof vernietigt het bestreden vonnis en wijst de vordering van de horeca af, terwijl de reconventionele vordering van TDS tegen een van de horeca-gelegenheden wordt toegewezen. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de horeca in conventie en aan de betrokken horeca-gelegenheid in reconventie.

Uitspraak

Registratienrs. AR 1026/06– H. 282/07
Uitspraak: 12 augustus 2008
VONNIS GEWEZEN DOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
TELEVISION DISTRIBUTION SYSTEMS (CURAÇAO) N.V.,
gevestigd op Curaçao,
oorspronkelijk gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, thans appellante,
hierna te noemen: TDS,
gemachtigden: mrs. S.N.E. Inderson en E.A. Knoppel,
tegen
de naamloze vennootschappen
1. [horecagelegenheid 1] (hierna te noemen: Horecagelegenheid 1),
2. [horecagelegenheid 2] (hierna te noemen: Horecagelegenheid 2]),
3. [horecagelegenheid 3] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 3]),
4. [horecagelegenheid 4] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 4]),
5. [horecagelegenheid 5] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 5]),
6. [horecagelegenheid 6] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 6]),
7. [horecagelegenheid 7] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 7]),
8. [horecagelegenheid 8] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 8]),
9. [horecagelegenheid 9] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 9]),
de besloten vennootschappen
10. [horecagelegenheid 10] (hierna te noemen: [horecagelegenheid 10]),
11. [horecagelegenheid 11] (hierna te noemen: [horecagelenheid 11]),
alle gevestigd op Curaçao,
oorspronkelijk eisers in conventie, gedaagden in reconventie, thans geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen (in enkelvoud): Horeca,
gemachtigden: mr. S.J. Fontein en mr. drs. E. Bokkes.
Het verloop van de procedure
1.1. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en verzocht, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, (GEA) wordt verwezen naar het tussen partijen in de zaak met AR nummer 1026 van 2006 gewezen en op 26 maart 2007 uitgesproken vonnis. De inhoud van dat vonnis geldt als hier inge¬voegd.
1.2. TDS is bij akte van appel, ingekomen op 26 april 2007, in hoger beroep geko¬men van voornoemd vonnis. In een afzonderlijke memorie, ingekomen op 7 juni 2007, met producties, heeft zij vijftien grieven voorgedragen en toegelicht en geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de vordering van Horeca in conventie zal afwijzen en haar vordering in reconventie alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Horeca in de kosten van het geding in beide instanties.
1.3. Horeca heeft geen memorie van antwoord ingediend.
1.4. Op 12 februari 2008 heeft de gemachtigde van Horeca mr. Bokkes schriftelijk gepleit door overlegging van pleitaantekeningen, met producties.
1.5. Op 6 mei 2008 heeft TDS een akte uitlating produkties genomen.
1.6. Partijen hebben om vonnis gevraagd waarvan de uitspraak nader bepaald is op heden.
2. De gronden van het hoger beroep
Voor de gronden van het hoger beroep wordt verwezen naar de memorie van grieven.
3. De feiten
Het GEA heeft onder 1 van het bestreden vonnis feiten vastgesteld. Deze zijn niet in geschil en ook het Hof zal van de juistheid ervan uitgaan.
4. Beoordeling
4.1. De grieven, die gezamenlijk kunnen worden behandeld, beogen het geschil in volle omvang aan het oordeel van het Hof te onderwerpen. Zij slagen.
4.2. Uitgangspunt is dat Horeca per se de WK-voetbalwedstrijden wilde uitzenden. Uit de stukken blijkt dat daartoe drie mogelijkheden bestonden:
a. via TDS in de Nederlandse/Engelse taal, door het in de onderhavige procedure aan de orde zijnde Commercial Contract WK 2006 aan te gaan, met betaling van een afgesproken bedrag.
b. via TDS in het Papiaments of de Spaanse taal, aangenomen dat men een gewone TDS-aansluiting heeft, door ingevolge artikel 7, vijfde lid, van de Algemene Voorwaarden toestemming te krijgen van TDS, waarvoor, naar mag worden aangenomen, ook een bedrag betaald zou moeten worden. Over de hoogte van het dan te betalen bedrag is niets bekend geworden in deze procedure. Dat TDS wellicht geen extra betaling verlangt voor het aanstaan van de televisie in Horeca op gewone dagen doet niet af aan de aannemelijkheid van de stelling van TDS dat voor het ‘commercialiseren’ van het TDS-signaal op grote schaal tijdens de voetbalwedstrijden voor veel (consumerende) bezoekers (wellicht met grote schermen en extra toestellen) TDS niet zonder meer toestemming zou geven.
c. buiten TDS om (via de gewone antenne, zo beschikbaar).
4.3. Horeca heeft gekozen voor mogelijkheid a. Het verwijt TDS dat niet op mogelijkheid b (of c) is gewezen. Naar het oordeel van het Hof konden zij niet anders dan met die (evidente) mogelijkheden zelf bekend te zijn. Horeca heeft de stelling van TDS dat dit een ‘feit van algemene bekendheid’ is, ook niet betwist. TDS kon op goede gronden ervan uitgaan dat Horeca voorkeur had voor een Nederlandstalige uitzending. De door TDS voor mogelijkheid a in rekening gebrachte vergoeding komt het Hof niet prohibitief voor. Zoals reeds overwogen, is niets bekend over een eventueel prijsverschil tussen mogelijkheid a en mogelijkheid b, maar het lag op de weg van Horeca om daarnaar te informeren. Horeca kon, zoals overwogen, er niet van uitgaan dat mogelijkheid b gratis zou zijn. Dat, zoals later kennelijk is gebleken, TDS niet is opgetreden tegen ondernemers die mogelijkheid b hebben gebruikt voor ‘commercialisering’ op grote schaal zonder toestemming van TDS, doet er niet aan af dat zulks ongeoorloofd was. In de verwachting lag bovendien dat indien Horeca ‘en bloc’ niet gekozen had voor mogelijkheid a, TDS wel streng was opgetreden tegen onrechtmatige benutting van mogelijkheid b. TDS had immers zelf betaald voor het aanbieden van mogelijkheid a.
4.4. De slotsom is dat een relevante verkeerde voorstelling van zaken bij Horeca niet is komen vast te staan. Zo dat wel het geval was, behoort deze voor rekening van Horeca zelf te blijven of betrof die uitsluitend een toekomstige omstandigheid (het niet-optreden van TDS tegen ongeoorloofde benutting van mogelijkheid b, waarvan niet gezegd kan worden dat de voorwaarden al bestonden ten tijde van het contracteren). Er is derhalve geen grond voor vernietiging van de overeenkomst. Wanprestatie door TDS is evenmin komen vast te staan.
4.5. Het bestreden vonnis zal daarom worden vernietigd en de conventionele vordering van Horeca zal worden afgewezen. De reconventionele vordering tegen [horecagelegenheid 9], ten aanzien waarvan geen ander verweer is gevoerd dan een beroep op de grondslag van de vordering in conventie, zal worden toegewezen.
4.6. Horeca dient de kosten van de procedure in conventie in beide instanties te dragen; en [horecagelegenheid 9] de kosten van de procedure in reconventie in beide instanties.
5. Beslissing
Het Hof:
In conventie en reconventie:
- vernietigt het bestreden vonnis, en opnieuw rechtdoende:
In conventie:
- wijst de vordering van Horeca af; en
- veroordeelt Horeca in de kosten van deze procedure aan de zijde van TDS gevallen en tot op heden begroot op, in eerste aanleg, NAF. 2.700,= aan gemachtigdensalaris en in hoger beroep NAF. 5.100,= aan gemachtigdensalaris en NAF. 1.747,13 aan verschotten;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie:
- veroordeelt [horecagelegenheid 9] tot betaling aan TDS van NAF. 1.600,=, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2006 tot de dag der algehele voldoening en met de buitengerechtelijke incassokosten van 15% van NAF. 1.600,=; en
- veroordeelt [horecagelegenheid 9] in de kosten van deze procedure aan de zijde van TDS gevallen en tot op heden begroot op, in eerste aanleg, NAF. 450,= aan gemachtigdensalaris en in hoger beroep NAF. 900,= aan gemachtigdensalaris;
- verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. B.M. Mezas, J. de Boer en F.J. P. Lock, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 augustus 2008 op Curaçao, in tegenwoordigheid van de griffier.