ECLI:NL:OGHNAA:2008:BE8652
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- B.M. Mezas
- G.C.C. Lewin
- L.J. de Kerpel-van de Poel
- Rechtspraak.nl
Benoeming van bewindvoerder in het kader van onderbewindstelling
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, betreft het de benoeming van een bewindvoerder voor een betrokkene die tijdelijk of duurzaam niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. De betrokkene heeft geen voorkeur uitgesproken voor een specifieke bewindvoerder, maar er zijn ernstige bezwaren van vijf zusters tegen de benoeming van de appellant als bewindvoerder. Het Hof oordeelt dat, hoewel de bezwaren van de zusters niet objectief gerechtvaardigd hoeven te zijn, deze wel voldoende aanleiding geven om af te wijken van de gebruikelijke voorkeur voor familieleden als bewindvoerder.
De procedure is voortgezet op 1 juli 2008, waarbij de betrokkene zijn mening heeft kunnen geven. Het Hof heeft vastgesteld dat de betrokkene, die meerderjarig is, als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is om zijn belangen zelf te behartigen. De overige belanghebbenden zijn het eens met de onderbewindstelling. Appellant heeft tijdens de mondelinge behandeling zijn vertrouwen in de door het GEA benoemde bewindvoerster uitgesproken, omdat deze de gelden van de betrokkene had geblokkeerd. De bewindvoerster heeft echter verklaard dat dit tijdelijk was en in afwachting van een stappenplan. Het Hof oordeelt dat de bezwaren van appellant onvoldoende zwaarwegend zijn en bevestigt de keuze van het GEA voor de bewindvoerster.
De beslissing van het Hof is om de bestreden beschikking te bevestigen, wat betekent dat de benoeming van de bewindvoerster wordt gehandhaafd. Deze uitspraak is gedaan op 12 augustus 2008 in aanwezigheid van de griffier.