ECLI:NL:OGHNAA:2008:BD9552
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- B.M. Mezas
- L.J. de Kerpel-van de Poel
- F.J.P. Lock
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de totstandkoming van een huurovereenkomst en de afgebroken onderhandelingen
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de naamloze vennootschap X en een appellant tegen een eindvonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen (GEA). De zaak betreft de vraag of er een huurovereenkomst tot stand is gekomen tussen partijen en of de onderhandelingen onrechtmatig zijn afgebroken. De appellanten hebben hun beroep ingesteld op 30 juni 2006, en de zaak is behandeld in het licht van het oude bewijsrecht, zoals bepaald in artikel 15 van het Overgangsrecht van het nieuwe Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De appellanten hebben betoogd dat de GEA ten onrechte getuigenverklaringen van de zonen van de directeur van de tegenpartij buiten beschouwing heeft gelaten. Het Hof heeft geoordeeld dat het GEA terecht deze verklaringen niet heeft meegenomen, omdat het oude bewijsrecht van toepassing was en er geen schending van de 'equality of arms' was. De vraag of er een perfecte huurovereenkomst tot stand is gekomen, werd verder onderzocht, waarbij het Hof concludeerde dat de benodigde toestemming van de Sint Maarten Harbour Holding Company N.V. (SMHHC) niet was verkregen, wat een voorwaarde was voor de werking van de overeenkomst.
Het Hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen sprake was van onrechtmatig afgebroken onderhandelingen, omdat de onderhandelingen geen doel meer dienden zonder de vereiste toestemming. Het vonnis van het GEA werd vernietigd en de vorderingen van de tegenpartij werden afgewezen, met veroordeling van de tegenpartij in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 20 juni 2008.