ECLI:NL:OGHNAA:2008:BD9070
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- G.E.M. Polkamp
- G.C.C. Lewin
- F.J.P. Lock
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake conservatoir beslag door erven tegen Morris E. Curiel & Sons N.V.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door de erven van een overledene is ingesteld tegen de beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen (GEA) van 22 oktober 2007. De erven, vertegenwoordigd door hun gemachtigden mr.drs. R.E. Blaauw en mr. R.J. Wildeman, hadden het GEA verzocht om verlof voor het leggen van conservatoir beslag op de naamloze vennootschap Morris E. Curiel & Sons N.V., gevestigd op Curaçao. Het GEA heeft dit verzoek afgewezen, waarop de erven in hoger beroep zijn gegaan. Op 5 november 2007 dienden zij een akte van hoger beroep in, waarin zij verzochten om vernietiging van de beschikking en alsnog verlof voor het beslag.
Tijdens de zitting hebben de erven afgezien van pleidooi, terwijl de tegenpartij, Mecs, niet verschenen was. Het Hof heeft vervolgens de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken. Het Hof concludeert dat een summier onderzoek niet leidt tot de slotsom dat het in cassatie bestreden vonnis van het Hof van 11 september 2001 onjuist of onbegrijpelijk gemotiveerd is. Het Hof oordeelt dat de vordering die het GEA heeft afgewezen bij vonnis van 24 september 2001, dat kracht van gewijsde heeft verkregen, in een nieuwe procedure als ondeugdelijk zal worden bevonden.
Daarom bevestigt het Hof de beschikking waarvan beroep. De beslissing is gegeven door de rechters G.E.M. Polkamp, G.C.C. Lewin en F.J.P. Lock, en is op 29 april 2008 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.