ECLI:NL:OGHNAA:2008:BD8943

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
23 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 1275/08 - H 112/08
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verkorting van termijnen in kort geding door bonden tegen het Land Aruba

In deze zaak hebben de bonden, bestaande uit verschillende vakverenigingen in Aruba, een verzoek ingediend bij de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit verzoek was gericht op het verkorten van de termijnen zoals bedoeld in artikel 235 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, naar aanleiding van een eerder vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) op 18 april 2008. De bonden waren in hoger beroep gegaan tegen dit vonnis en vroegen om een onmiddellijke voorziening bij voorraad, omdat zij meenden dat de zaak spoedeisend was.

De president heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de enkele omstandigheid dat de zaak spoedeisend is, niet voldoende is om de termijnen verder te verkorten dan de wet al voorziet. Er moet sprake zijn van 'grote spoed' om een dergelijke beslissing te rechtvaardigen. De president heeft vastgesteld dat in dit geval geen sprake was van zodanige grote spoed dat een afweging van de belangen van partijen leidde tot een andere beslissing. De discretionaire bevoegdheid om de termijnen te verkorten werd niet ingeroepen, en het verzoek werd afgewezen.

De beschikking werd gegeven door mr. F.J.P. Lock, lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en uitgesproken op 23 april 2008 in aanwezigheid van de griffier. Deze uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke termijnen en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden verkort in kort geding procedures.

Uitspraak

Registratienummer: KG 1275/08 - H 112/08
Uitspraak: 23 april 2008
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Beschikking in de zaak van:
de rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen
1. SINDICATO ADUANERO DI ARUBA (SADA),
2. SINDICATO DI EMPLEADONAN PUBLICO Y PRIVA ARUBANO (SEPPA),
3. SINDICATO DI POLIS (SPA),
4. SINDICATO DI BOMBERONAN DI ARUBA (SINBA),
5. FEDERACION DI TRAHADORNAN DI ARUBA (FTA),
alle gevestigd in Aruba,
oorspronkelijk eisers,
thans appellanten en verzoekers,
gemachtigde: mr. E. Duijneveld,
- tegen -
de openbare rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
zetelend in Aruba,
oorspronkelijk gedaagde,
thans geïntimeerde en gerekwestreerde,
gemachtigden: mrs. A.A. Ruiz en I.R. Giesen-Wever.
Partijen worden hierna "de bonden" en "het Land" genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Op 18 april 2008 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (verder: GEA) tussen partijen vonnis in kort geding gewezen. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, de procesgang aldaar en de overwegingen en beslissingen van het GEA wordt verwezen naar dat vonnis.
1.2 De bonden zijn in hoger beroep gekomen van voornoemd vonnis door op 21 april 2008 een akte van hoger beroep en memorie van grieven in te dienen.
1.3 Bij verzoek van gelijke datum hebben de bonden aan de president een verzoek ex artikel 235 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) gedaan, kennelijk met de strekking om de in die bepaling bedoelde termijnen verder te verkorten.
2. De beoordeling
2.1 De enkele omstandigheid dat de zaak spoedeisend is en dat daarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, zoals bedoeld in art. 226 Rv, is onvoldoende voor verdere verkorting van de termijnen dan overeenkomstig de eerste volzin van art. 235 Rv. Daarvoor is nodig dat sprake is van grote spoed. In gevallen van grote spoed is de president niet verplicht de termijnen verder te verkorten; het betreft een discretionaire bevoegdheid.
2.2 In het onderhavige geval is geen sprake van zo grote spoed dat een afweging van de belangen leidt tot verdere verkorting van de termijnen dan reeds in de wet voorzien.
BESLISSING:
De fungerend president:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.P. Lock, lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en uitgesproken op 23 april 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.