ECLI:NL:OGHNAA:2007:BG9156
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- B.M. Mezas
- J. de Boer
- G.E.M. Polkamp
- Rechtspraak.nl
Tussentijds appel in kort geding en vergunningverlening
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gaat het om een verzoek tot tussentijds hoger beroep in een kort geding. De zaak betreft de naamloze vennootschap Refineria Isla Curacao S.A. die op 15 maart 2007 een verzoekschrift indiende bij het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao. Dit verzoek was gericht op het verkrijgen van vergunning om hoger beroep in te stellen tegen een eerder vonnis van 2 maart 2007. De stichting Humanitaire Zorg Curaçao en andere stichtingen hebben als verweerders opgetreden in deze procedure.
Het Hof stelt voorop dat artikel 263a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) zich niet verzet tegen tussentijds appel van een in kort geding gewezen tussenvonnis. De aard van het kort geding betekent niet dat er geen tussenvonnis met eindbeslissingen kan worden gewezen. Het Hof oordeelt dat er in dit geval geen zwaarwegend bezwaar bestaat tegen de indiening van het verzoek om vergunning voor tussentijds appel. De stelling van de stichting Humanitaire Zorg dat het verzoek niet op de juiste wijze is ingediend, wordt verworpen.
Het Hof verleent Isla, voorzover nodig, vergunning om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van het GEA van 2 maart 2006. Tevens wordt bepaald dat de termijn voor het indienen van de memorie van antwoord aanvangt op de datum van de uitspraak, 8 mei 2007. Deze beschikking is gegeven door de rechters B.M. Mezas, J. de Boer en G.E.M. Polkamp en is uitgesproken ter openbare terechtzitting in Curaçao.