ECLI:NL:OGHNAA:2007:BF4150
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Intrekking van vergunning voor kredietinstelling door de Centrale Bank van Aruba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Centrale Bank van Aruba tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin de intrekking van de vergunning van de 'Cooperativa di Ahorro y Prestamo Aruba' (CAPA) door de Bank werd vernietigd. De Bank had op 12 mei 2006 de vergunning van CAPA ingetrokken, omdat deze niet voldeed aan de verplichtingen om gecertificeerde jaarrekeningen in te dienen. CAPA had hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Bank verklaarde dit bezwaar ongegrond. Het Gerecht oordeelde echter op 2 juli 2007 dat de Bank niet in redelijkheid tot intrekking had kunnen besluiten, omdat het Gerecht feiten en omstandigheden had betrokken die na de beschikking van de Bank waren opgekomen.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba heeft het hoger beroep van de Bank op 29 november 2007 behandeld. De Bank betoogde dat het Gerecht ten onrechte had geoordeeld dat zij niet in redelijkheid tot intrekking had kunnen besluiten, en dat het Gerecht feiten had betrokken die niet relevant waren voor de beoordeling van de oorspronkelijke beschikking. Het Hof oordeelde dat de Bank in redelijkheid had kunnen besluiten tot intrekking van de vergunning, omdat CAPA structureel niet aan haar verplichtingen voldeed. Het Hof vernietigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het beroep van CAPA ongegrond. Dit besluit benadrukt de beoordelingsvrijheid van de Bank bij het uitoefenen van haar toezicht op kredietinstellingen en de noodzaak voor kredietinstellingen om aan hoge eisen te voldoen met betrekking tot transparantie en verantwoording.