ECLI:NL:OGHNAA:2006:BG2063
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Weigering van vrijstelling van logeerbelasting aan Chogogo Resort Curaçao N.V.
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 27 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het Bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao om vrijstelling van logeerbelasting te verlenen aan Chogogo Resort Curaçao N.V. De zaak is ontstaan na een beschikking van het Bestuurscollege op 20 september 2004, waarin de vrijstelling werd geweigerd. Appellante, Chogogo Resort Curaçao N.V., heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Bestuurscollege verklaarde dit bezwaar op 13 april 2005 voor een deel niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond. Het Gerecht in eerste aanleg heeft op 4 mei 2006 het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep heeft ingesteld.
Het Hof heeft de zaak behandeld op 27 september 2006, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door mr. dr. P.C. Verton, en het Bestuurscollege door mr. E.F. Roosje en F.N. Violenes. Het Hof overwoog dat artikel 2, eerste lid, van de Eilandsverordening vrijstelling logeergastenbelasting een algemeen verbindend voorschrift is, dat bedoeld is om vergunninghouders aan te moedigen internationale hotelketens aan te trekken ter stimulering van de toeristische sector. Het Hof bevestigde dat de vrijstelling uitsluitend kan worden verleend aan de in de verordening omschreven vergunninghouders.
Het Hof concludeerde dat het Gerecht terecht had overwogen dat het Bestuurscollege geen andere mogelijkheid had dan de gevraagde vrijstelling te weigeren. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen niet leiden tot een verplichting voor het bestuurscollege om in strijd met de Eilandsverordening een vrijstelling te verlenen. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, zij het met enige verbetering van de gronden waarop deze rust. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.