ECLI:NL:OGHNAA:2005:BF7466

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
30 mei 2005
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
62 HLAR 31/04
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar door indiener bezwaarschrift ontvankelijk

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin het beroep van appellant tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift niet ontvankelijk werd verklaard. Appellant had op 19 mei 2003 een verzoek ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Infrastructuur om informatie te verstrekken, welke door de Minister werd afgewezen. Hierop heeft appellant op 25 augustus 2004 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift. Het Gerecht verklaarde dit beroep echter niet ontvankelijk, wat appellant niet kon accepteren. Hij heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.

Tijdens de zitting op 5 april 2005, waar appellant in persoon verscheen bijgestaan door zijn advocaat, en de Minister vertegenwoordigd was door zijn advocaat, heeft het Hof de zaak behandeld. Appellant betoogde dat het Gerecht ten onrechte had overwogen dat hij niet in zijn beroep kon worden ontvangen, omdat hij niet rechtstreeks in zijn belang was getroffen door de beslissing van de Minister. Het Hof oordeelde dat appellant als indiener van het bezwaarschrift wel degelijk belanghebbende was en dat hij ook tegen het uitblijven van een beslissing beroep kon instellen.

Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Gerecht vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerecht voor verdere behandeling. Tevens is gelast dat het Land Aruba het door appellant betaalde griffierecht teruggeeft. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 30 mei 2005.

Uitspraak

62 HLAR 31/04
Datum uitspraak: 30 mei 2005
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in [ woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 25 augustus 2004 in het geding tussen:
appellant
en
de Minister van Sociale Zaken en Infrastructuur.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 19 mei 2003 heeft de Minister van Sociale Zaken en Infrastructuur (hierna: de Minister) een verzoek van appellant om hem informatie te verstrekken afgewezen.
Bij uitspraak van 25 augustus 2004 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het door appellant tegen het uitblijven van een beslissing op zijn tegen de afwijzing ingediende bezwaarschrift ingestelde beroep niet ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 23 september 2004, bij het Gerecht ingekomen op diezelfde dag, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Bij brief van 5 november 2004 heeft de Minister van antwoord gediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 april 2005 waar appellant in persoon, bijgestaan door mr. A.A.D.A. Carlo, advocaat, en de Minister, vertegenwoordigd door mr. A.J. Swaen, advocaat, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 23, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspreek (hierna: de Lar) kan degene die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door een op een bezwaarschrift genomen beslissing, als bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, 14, tweede lid, of 20, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
Ingevolge het tweede lid wordt het uitblijven van een beslissing op een bezwaarschrift binnen de in artikel 20, eerste lid, bedoelde termijn, gelijkgesteld met een afwijzende beslissing.
2.2. Appellant klaagt dat het Gerecht ten onrechte heeft overwogen dat niet is gebleken dat hij door de weigering van de Minister rechtstreeks in zijn belang is getroffen en derhalve niet in zijn beroep kan worden ontvangen.
2.3. Appellant is als indiener van het bezwaarschrift belanghebbende bij de beslissing op dat bezwaarschrift. Ingevolge artikel 23, eerste en tweede lid, van de Lar kon hij ook tegen het uitblijven van zodanige beslissing beroep instellen bij het Gerecht. Het Gerecht heeft het beroep van appellant dan ook ten onrechte niet ontvankelijk verklaard.
2.4. Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van het Gerecht dient te worden vernietigd. Het beroepschrift wordt naar het Gerecht terugverwezen om door hem te worden behandeld en beslist met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht van 25 augustus 2004 in zaak nr. LAR 2003/207; ;
III. wijst de zaak naar het Gerecht terug;
IV. gelast dat het Land Aruba aan appellant het door hem voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van Afl. 75,00 (zegge: vijfenzeventig gulden) teruggeeft.
Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.B. de Haseth, griffier.
Voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2005.
Verzonden: