ECLI:NL:OGHNAA:2005:BF7465
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergunning tot tijdelijk verblijf wegens strijd met openbare orde en vertrouwensbeginsel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een aanvraag tot verlenging van zijn vergunning tot tijdelijk verblijf had ingediend. De Gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten, namens de Minister van Justitie, heeft deze aanvraag afgewezen op 8 maart 2004. De appellant was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden en was daarna verwijderd uit het gebied. De appellant stelde dat de afwijzing van zijn aanvraag niet op de openbare orde of het algemeen belang was gebaseerd, en dat het vertrouwensbeginsel was geschonden omdat hem eerder onder dezelfde omstandigheden een vergunning was verleend.
Het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, verklaarde het beroep van de appellant ongegrond op 15 juni 2004. De appellant ging in hoger beroep, maar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba bevestigde de uitspraak van het Gerecht. Het Hof oordeelde dat de Gezaghebber terecht had geweigerd de vergunning te verlengen, omdat de afwijzing voldoende duidelijk was onderbouwd en gebaseerd op artikel 9 van de Landsverordening Toelating en Uitzetting. Het Hof concludeerde dat er geen bijzondere feiten of omstandigheden waren die de Gezaghebber zouden hebben moeten doen afwijken van het gevoerde beleid.
De uitspraak van het Hof bevestigde dat het vertrouwensbeginsel niet was geschonden, aangezien de appellant op de hoogte was van de vergissing die had geleid tot zijn eerdere vergunning. De beslissing van het Hof werd uitgesproken in naam der Koningin op 30 mei 2005, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.