ECLI:NL:OGHNAA:2004:BF3244
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Voorlopige voorziening
- W.P.M. ter Berg
- H.H.C. Visser
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in hoger beroep tegen beslissing Gerecht in eerste aanleg
In deze zaak heeft de Sociale Verzekeringsbank, gevestigd op Curaçao, een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit verzoek volgde op een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, die op 12 juni 2003 werd gedaan. In die uitspraak werd het beroep van [belanghebbende] gegrond verklaard, waardoor de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank om dwangschrift uit te vaardigen tegen [belanghebbende] werd vernietigd. De Sociale Verzekeringsbank had op 5 februari 2003 een dwangschrift uitgevaardigd, dat op 28 februari 2003 aan [belanghebbende] was betekend. Na de afwijzing van haar verzoek om het dwangschrift te laten vervallen, heeft de Sociale Verzekeringsbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
De Voorzitter van het Hof heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 24 maart 2003, waarbij de verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. M. Bonafasia en [belanghebbende] in persoon verscheen, bijgestaan door mr. G. Hollander, advocaat. Tijdens de behandeling van het verzoek heeft de Voorzitter opgemerkt dat er inmiddels een uitspraak was gedaan op het hoger beroep van de Sociale Verzekeringsbank. Hierdoor was er geen belang meer bij het verzoek om schorsing van de eerdere uitspraak van het Gerecht. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing werd op 10 mei 2004 openbaar uitgesproken door de Voorzitter, mr. W.P.M. ter Berg, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. H.H.C. Visser.