3.5In eerste aanleg heeft [appellant], samengevat, gevorderd:
A
voor recht te verklaren:
1. dat het dak boven de carport en iets uitstekend over het terrein van [geïntimeerden], alsmede de pilaren en de scheidingsmuur onder dit dak door verjaring eigendom zijn geworden van [appellant];
2. dat door deze verjaring ook het recht van [appellant] is ontstaan dat het water van het
uitgebouwde dak afloopt op het terrein van [geïntimeerden];
3. dat [geïntimeerden] geen wegneming kunnen vragen van de openingen in de aanbouw op scheidingsmuur;
4. dat [geïntimeerden] geen gebouwen of werken mogen aanbrengen binnen een afstand van twee meter van de muuropeningen waarvan [appellant] onredelijke hinder zou ondervinden;
5. dat door verjaring het recht van [appellant] is ontstaan van de waterafvoer op de grond in de scheidingsmuur bij de laatste pilaar en aan het einde van de grenslijn;
B. [geïntimeerden]
, gezamenlijk dan wel ieder afzonderlijk, te veroordelen om:
6. de bomen, die op minder dan twee meter afstand van de scheidingsmuur staan,
waaronder de bougainville, die vier meter hoog kan worden, en de planten die op
minder dan 50 centimeter afstand van de scheidingsmuur staan, te verwijderen;
7. de planten die verder van de scheidingsmuur staan dan vijftig centimeter tot de hoogte van de scheidingsmuur te snoeien en dit regelmatig bij te houden zodat er niets meer boven de scheidingsmuur uitsteekt en dat, als [geïntimeerden] dit niet binnen twee weken na een schriftelijke aanmaning van [appellant] hebben gedaan, [appellant] dit zelf kan doen;
8. alle belemmeringen die zijn aangebracht in de openingen van de scheidingsmuur te verwijderen;
9. schadevergoeding aan [appellant] te betalen vanaf 27 april 2018 in verband met het
aanbrengen van de bomen en planten en de afscheiding tussen de openingen van
Afl 100,- per maand of zoveel als het GEA goeddunkt, totdat de bomen en planten en de afscheiding zijn verwijderd, en indien [geïntimeerden] na de beslissing van het Gerecht weer overgaan tot het planten van bomen en struiken en het niet snoeien van planten en ook indien [geïntimeerden] gebouwen of werken aanbrengen binnen twee meter van de openingen die [appellant] onredelijk zouden hinderen, na de aanmaning van [appellant, een bedrag groot Afl 100,- per week voor het niet verwijderen van die bomen, planten, afscheidingen, gebouwen dan wel werken, een en ander voor zover het Gerecht dit nodig oordeelt;
10. [ appellant] het onderhoud van het dak en de scheidingsmuur op het terrein van [geïntimeerden] na schriftelijk verzoek ongehinderd te laten doen en als zij dit nalaten zij een boete zijn verschuldigd van Afl 100,- per dag dat [appellant] dit niet kan doen
A en B
een en ander uitvoerbaar bij voorraad zonder enige belemmering en met de veroordeling van [geïntimeerden] gezamenlijk dan wel ieder voor zich in de kosten van de onderhavige procedure.