ECLI:NL:OGHACMB:2025:8
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- E.M. van der Bunt
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en pensioenrechten na echtscheiding
In deze zaak, die zich afspeelt in Sint Maarten, hebben partijen, een man en een vrouw, hun huwelijk beëindigd en zijn zij in hoger beroep gekomen over de verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft op 15 januari 2025 een eindvonnis uitgesproken, na eerder op 15 mei 2024 een tussenvonnis te hebben gegeven. De man en de vrouw hebben beide hun standpunten naar voren gebracht over de verdeling van de gemeenschap, waaronder de waarde van de woning, meubilair, en opgebouwde pensioenrechten. Het Hof heeft de peildatum voor de verdeling vastgesteld op 11 juni 2020, de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend. Het Hof heeft de waarde van de woning vastgesteld op USD 683.333 en heeft de pensioenrechten van de man, ter waarde van NAf 497.440, in de verdeling betrokken. De man is veroordeeld tot het betalen van een gebruiksvergoeding van USD 900 per maand aan de vrouw, en beide partijen zijn elk voor de helft draagplichtig voor de belastingschulden en creditcardschulden. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht vernietigd en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap opnieuw vastgesteld, met inachtneming van de proceskostencompensatie.