Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het verloop van de procedure
3.De beoordeling
“matige cognitieve achteruitgang (Laat Verwardheidstadium of Vroege Alzheimerdementie)” hetgeen leidt tot “(a) verminderde kennis van recente gebeurtenissen; (b) geheugendefecten in de eigen recente voorgeschiedenis; (c) concentratiestoornissen bij eenvoudige repetitieve berekeningen; (d) toenemende moeilijkheden om zelfstandig te reizen, financiële zaken af te handelen.”
“Matig ernstige cognitieve achteruitgang (Vroeg Dementiestadium of Matige Alzheimerdementie). De patiënt kan niet langer functioneren. Hij/zij kan zich bij een interview geen normaal gekende feiten meer herinneren, zoals een adres of goed gekend telefoonnummer, de namen van naaste verwanten (kleinkinderen) of de naam van de school die zij vroeger bezochten. Er is dikwijls een desoriëntatie in tijd (datum, dag van de week, seizoen…) en ruimte. Een patiënt met een goede schoolopleiding heeft moeilijkheden om eenvoudige repetitieve aftreksommen te maken (met 4 vanaf 40 of met 2 vanaf 20). In dit stadium is er dikwijls nog wel notie van belangrijke persoonlijke feiten over zichzelf of over naaste verwanten. Hij/zij herinnert zich nog wel de naam van de partner, kinderen en de eigen naam. Er is geen hulp vereist bij de persoonlijke hygiëne en de voeding, maar er zijn soms moeilijkheden zich netjes te kleden. (…) Bron: Reisberg, 2003)”