ECLI:NL:OGHACMB:2025:36
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.P. van Unen
- G.C.C. Lewin
- C.G. ter Veer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep arbeidsovereenkomst huishoudelijk personeel en opzegging tijdens ziekte
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een arbeidsovereenkomst tussen een werkneemster en een werkgeefster, waarbij de werkneemster, een ziekenverzorgster, in hoger beroep is gekomen van een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De hoofdvraag is of de arbeidsovereenkomst tussentijds is geëindigd door opzegging door de werkgeefster, en of deze opzegging rechtsgeldig was. Het Gerecht had geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst was geëindigd en de loonvorderingen van de werkneemster waren afgewezen. Het Hof oordeelt dat de opzegging nietig is, omdat deze tijdens ziekte van de werkneemster heeft plaatsgevonden. De werkneemster had primair verzocht om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst nog bestond en subsidiair om schadevergoeding te eisen. Het Hof oordeelt dat de werkneemster recht heeft op loon tot de ontbindingsdatum, maar matigt de loonvordering tot drie maanden, omdat de omstandigheden die leidden tot het niet gebruiken van de diensten van de werkneemster in gelijke mate in de risicosfeer van beide partijen liggen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.