Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Oordeel van het Hof
Beslissing
af.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante die verzocht om vergoeding van zorgkosten voor een medische behandeling in Colombia. De appellante had in 2015 borstprotheses laten plaatsen en ondervond in 2021 pijn, waarna zij naar haar huisarts ging. De huisarts verwees haar naar een plastisch chirurg, dr. [X], die constateerde dat een prothese beschadigd was en een operatie noodzakelijk was. De appellante besloot echter om de behandeling door een andere chirurg in Colombia te laten uitvoeren, zonder voorafgaande toestemming van het uitvoeringsorgaan. Het uitvoeringsorgaan weigerde de vergoeding voor de gemaakte kosten, omdat de behandeling ook in Aruba had kunnen plaatsvinden en er geen toestemming was verleend voor behandeling in het buitenland.
De zaak kwam voor het Gerecht, dat de afwijzing van het uitvoeringsorgaan bevestigde. De appellante ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat dr. [X] haar niet goed had behandeld en dat zij recht had op vergoeding van de kosten op basis van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering (Lazv). Het Hof oordeelde dat de appellante niet kon aantonen dat de behandeling in Aruba niet mogelijk was en dat de goedkeuring voor de behandeling aan dr. [X] was verbonden. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat de voorwaarden van de Lazv niet waren nageleefd. De uitspraak werd gedaan op 12 november 2025.