Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het verloop van de procedure
3.De beoordeling
HEIR
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de ontruiming van een woning na het overlijden van de erflaatster. De erflaatster heeft in haar testament haar zus, [geïntimeerde], als enige erfgenaam benoemd, zonder een clausule voor plaatsvervulling op te nemen. De kinderen van [appellante], de zus van de erflaatster, zijn daardoor geen mede-erfgenamen. [appellante] heeft in eerste aanleg de vordering tot ontruiming van de woning door [geïntimeerde] verloren, en is in hoger beroep gegaan. Het Hof bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg, waarbij het Hof oordeelt dat de erfstelling in het testament geldig is en dat de kinderen van [appellante] geen recht hebben op de woning. Het Hof concludeert dat de vordering tot ontruiming van [geïntimeerde] toewijsbaar is, omdat er geen plaatsvervulling is geregeld in het testament. De kosten van het hoger beroep worden aan [appellante] opgelegd, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.