ECLI:NL:OGHACMB:2025:129
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en verzoek tot verlaging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking betreffende kinderalimentatie. De vader, appellant, heeft op 30 december 2024 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, die op 19 november 2024 was uitgesproken. De moeder, geïntimeerde, had verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, vastgesteld op Cg 914,14 per maand. Het Gerecht had de behoefte van het kind gematigd tot Cg 1.105,75 per maand en de alimentatieplicht van de vader vastgesteld op Cg 553,- per maand. De vader heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij dit bedrag niet kan betalen en verzocht om verlaging. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 april 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Hof heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld en vastgesteld dat de gezamenlijke draagkracht Cg 3.213,- bedraagt. De behoefte van het kind is gelijk gebleven, maar de alimentatieplicht van de vader is herberekend. Het Hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de alimentatieplicht van de vader vastgesteld op Cg 329,- per maand, uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is uitgesproken op 20 mei 2025.