ECLI:NL:OGHACMB:2025:124
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- M. Soffers
- G.T.J.M. Jurgens
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie inzake verzoek om herziening van een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak verzoekt de verzoeker om herziening van een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gedateerd 15 juli 2022, waarin zijn beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek om verhoging van de onderstandsuitkering door de minister van Sociale Zaken, Arbeid en Welzijn ongegrond werd verklaard. De verzoeker had eerder al hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, dat op 24 mei 2023 door het Hof ongegrond werd verklaard. Op 4 september 2024 diende de verzoeker een verzoek om herziening in bij het Hof, maar het Hof heeft geoordeeld dat het onbevoegd is om van dit verzoek kennis te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat een verzoek om herziening moet worden ingediend bij de rechterlijke instantie die de oorspronkelijke uitspraak heeft gedaan. Het Hof benadrukt dat herziening niet gelijkstaat aan hoger beroep, en dat verzoeker al gebruik heeft gemaakt van het hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht. De minister is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing van het Hof is op 11 juni 2025 openbaar uitgesproken.