ECLI:NL:OGHACMB:2024:85
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- T.G.M. Simons
- G.T.J.M. Jurgens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen onbevoegdheid in bestuursrechtelijke zaak betreffende verzoek om nakoming eerdere uitspraak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door [appellant] tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gedateerd 17 juli 2023, waarin het verzet van [appellant] tegen een eerdere uitspraak ongegrond werd verklaard. De zaak betreft een verzoek van [appellant] aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur om nakoming van een eerdere uitspraak van het Gerecht van 20 juni 2022. Het Gerecht had in die uitspraak de minister opgedragen bepaalde documenten openbaar te maken.
Het Hof heeft de zaak behandeld op 19 april 2024, waarbij zowel [appellant] als de minister vertegenwoordigd waren door hun advocaten. Het Hof oordeelt dat het zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van het hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 75, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), waarin wordt aangegeven tegen welke uitspraken van het Gerecht hoger beroep openstaat. Aangezien artikel 98 van de Lar niet in deze bepaling is opgenomen, staat er geen hoger beroep open tegen uitspraken die op grond van artikel 98, derde lid, zijn gedaan.
Het Hof concludeert dat het Gerecht ten onrechte artikel 79 van de Lar heeft toegepast op het verzoek van [appellant] om nakoming van de eerdere uitspraak. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing van het Hof is openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.