Op 12 juni 2024 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een herzieningsverzoek van [verzoeker], die eerder op 24 mei 2023 in het ongelijk was gesteld. Het verzoek betrof de herziening van een uitspraak waarin het Hof het hoger beroep van [verzoeker] tegen de afwijzing van zijn verzoek om verhoging van zijn onderstandsuitkering door de minister van Sociale Zaken, Arbeid en Welzijn ongegrond had verklaard. De minister had de afwijzing gebaseerd op het feit dat [verzoeker] naast zijn onderstand ook inkomsten genereert door het venten van pinda's, maar dat hij geen informatie over deze extra inkomsten had verstrekt.
In de herzieningsprocedure voerde [verzoeker] aan dat hij recentelijk gemiddeld NA600,- per maand had verdiend, maar het Hof oordeelde dat deze informatie niet voldoende was om te spreken van nova, oftewel nieuwe feiten of omstandigheden die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden. Het Hof benadrukte dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is om een eerder geschil opnieuw te behandelen.
De voorzitter van het Hof, mr. W.H. Bel, concludeerde dat het verzoek kennelijk ongegrond was en wees het af. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 juni 2024, waarbij mr. R.M.C.S. van der Heide als griffier aanwezig was.