Uitspraak
LA BONAIRE N.V.,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis dat is uitgesproken door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. La Bonaire N.V. en twee andere appellanten, hierna gezamenlijk aangeduid als La Bonaire c.s., hebben hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 6 maart 2024. In dat vonnis zijn zij veroordeeld om mee te werken aan de levering van een woning aan de geïntimeerde, die in deze procedure verweerster is. La Bonaire c.s. hebben op 27 maart 2024 een akte van appel ingediend en op 17 april 2024 een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis ingediend. De geïntimeerde heeft op 29 april 2024 een verweerschrift ingediend en verzocht om kosteloze rechtsbijstand.
Het Hof heeft geoordeeld dat de geïntimeerde recht heeft op kosteloze rechtsbijstand en heeft het beroep van La Bonaire c.s. op niet-ontvankelijkheid verworpen. Het Hof heeft vastgesteld dat La Bonaire c.s. niet voldoende onderbouwd hebben welk belang zij hebben bij hun verzoek tot schorsing. De geïntimeerde heeft belang bij de uitvoerbaarverklaring van het vonnis, zodat de woning zo snel mogelijk vrij van hypotheek aan haar kan worden overgedragen. Het Hof heeft geconcludeerd dat het belang van de geïntimeerde zwaarder weegt dan dat van La Bonaire c.s. en heeft de vordering tot schorsing afgewezen. La Bonaire c.s. zijn veroordeeld in de kosten van de schorsingsprocedure.