ECLI:NL:OGHACMB:2024:52
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over borgsom, verzekering en onderverhuur van grond met bebouwing
In deze zaak, die betrekking heeft op een huurgeschil, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 15 mei 2024 een eindvonnis uitgesproken. De appellant, wonende in Sint Maarten, had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de naamloze vennootschap Petrudon Architects & Construction N.V. over de huur van een perceel grond met bebouwing. De appellant vorderde onder andere betaling van een borgsom van USD 500, een verzekering af te sluiten en een verbod op onderverhuur uit te spreken. Het Hof had eerder op 15 november 2023 een tussenvonnis uitgesproken waarin de zaak naar de rol was verwezen.
In het eindvonnis beoordeelt het Hof de subsidiaire eis van de appellant. Het Hof oordeelt dat de vordering tot betaling van de borgsom wordt afgewezen, omdat de verplichting tot betaling van de borgsom in 1996 verschuldigd en opeisbaar is geworden, en dat Petrudon zich op verjaring kan beroepen. Daarnaast wordt de vordering om Petrudon te verplichten een verzekering af te sluiten afgewezen, omdat niet is aangetoond dat Petrudon niet aan de verplichtingen uit de huurovereenkomst heeft voldaan. Tot slot wordt ook de vordering tot het uitspreken van een verbod op onderverhuur afgewezen, omdat de appellant van meet af aan op de hoogte was van de onderverhuur en hiermee heeft ingestemd.
Het Hof bevestigt het vonnis waarvan beroep en wijst de overige vorderingen in hoger beroep af. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAf 240,50 aan verschotten en NAf 6.000,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in Sint Maarten.