Uitspraak
Wrakingskamer
1. [naam A],
2. [naam B],
3. [naam C],
,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Op 18 maart 2024 heeft de wrakingskamer van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekers tegen de rechter, mr. [naam D]. Verzoekers stelden dat de rechter vooringenomen was tijdens de getuigenverhoren in de hoofdzaak SXM2019H00088, waarin zij als getuigen waren gehoord. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de bewering dat de rechter hen niet in vrijheid had laten verklaren en hen op een agressieve manier had onderbroken. De rechter heeft echter gemotiveerd dat de verhoren chaotisch verliepen en dat zij de orde moest bewaken. De wrakingskamer oordeelde dat de enkele betrokkenheid van de rechter bij een eerdere zaak niet voldoende was om vooringenomenheid aan te nemen. De wrakingskamer concludeerde dat de feiten en omstandigheden die door verzoekers waren aangevoerd, niet voldoende waren om het verzoek tot wraking te onderbouwen. Het verzoek werd dan ook ongegrond verklaard, en het proces in de hoofdzaak kan worden voortgezet.