ECLI:NL:OGHACMB:2024:287
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- C.J.H.G. Bronzwaer
- E.A. Saleh
- C.G. ter Veer
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in kort geding over afgifte bankgarantie in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 19 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een kort geding. De appellante, een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd in Aruba, was oorspronkelijk gedaagde en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin de afgifte van een bankgarantie aan de geïntimeerde, een naamloze vennootschap eveneens gevestigd in Aruba, was bevolen. De appellante had conservatoir beslag gelegd op bankrekeningen van de geïntimeerde, maar had dit beslag opgeheven nadat de geïntimeerde zekerheid had gesteld in de vorm van een bankgarantie. In het hoger beroep heeft de appellante de vernietiging van het bestreden vonnis gevorderd en de afwijzing van de vorderingen van de geïntimeerde. Het Hof heeft vastgesteld dat de appellante geen belang meer had bij de gevraagde voorziening, omdat zij aan de veroordeling in het bestreden vonnis had voldaan. Het Hof oordeelde dat de vordering van de appellante tot het geven van een bevel aan de geïntimeerde om opnieuw een bankgarantie af te geven, niet toewijsbaar was. Het Hof bevestigde het vonnis waarvan beroep en veroordeelde de appellante in de kosten van het hoger beroep.