ECLI:NL:OGHACMB:2024:28

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
CUR2021H00176
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure met betrekking tot trustvermogen

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een enquêteprocedure, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 14 maart 2024 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek van de rechtspersoon Britannia Guarantee National Insurance Company Limited (BGNIC) tot verhoging van het onderzoeksbudget in verband met een lopend onderzoek naar het trustvermogen. Het Hof heeft eerder op 5 december 2023 het onderzoeksbudget al verhoogd, maar de onderzoeker heeft opnieuw om een verhoging tot € 525.000 verzocht, onderbouwd met de noodzaak om het onderzoek adequaat af te ronden. Het Hof heeft de verzoeken van Admintrust c.s. en BGNIC afgewezen, maar heeft het onderzoeksbudget vastgesteld op € 525.000 exclusief btw. Het Hof heeft de beslissing genomen zonder mondelinge behandeling, aangezien er geen recht op een mondelinge behandeling bestaat voor dergelijke verzoeken. De beslissing is genomen op basis van de argumenten van de onderzoeker en de bezwaren van de betrokken partijen. Het Hof heeft er vertrouwen in dat de onderzoeker zijn werkzaamheden naar behoren zal afronden en dat de belangen van alle partijen gewaarborgd blijven. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en Solid is opgedragen een voorschot van € 175.000 over te maken naar de onderzoeker.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Registratienummer: CUR2021H00176
Uitspraak: 14 maart 2024
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak ex art. 2:271 BW (eerste fase enquête-procedure) van:
de rechtspersoon naar het recht van de Kaaiman Eilanden
BRITANNIA GUARANTEE NATIONAL INSURANCE COMPANY LIMITED (“BGNIC”),
hierna: BGNIC,
gevestigd in Georgetown, Grand Cayman, Kaaiman Eilanden,
met gekozen domicilie in Curaçao bij haar gemachtigden,
verzoekster,
gemachtigden: mrs. J.C. Maris en C.F. Klooster,
tegen
de naamloze vennootschap
SOLID HOLDING N.V.,
hierna: Solid,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
gemachtigden: mrs. W. Princée en J.M.K.P. Cornegoor,
met als belanghebbenden:
1. de stichting
THE SOLID FUND PRIVATE FOUNDATION,
hierna: SFPF,
gevestigd in Curaçao,
gemachtigden: mrs. W. Princée en J.M.K.P. Cornegoor,
en:

2.[BELANGHEBBENDE 2],

[e-mailadres belanghebbende 2],
3.
[BELANGHEBBENDE 3],
[e-mailadres belanghebbende 3],
4.
[BELANGHEBBENDE 4],
[e-mailadres belanghebbende 4],
en:

5.LOPAG TRUST REG.,

in haar hoedanigheid van (voormalig) trustee in
THE LAKE CAUMA TRUST,
hierna: Lopag,
gevestigd te Vaduz, Liechtenstein,
gemachtigden: mrs. J.E. Eichhorn en J. Pas;
en:

6.ADMINTRUST VERWALTUNGS ANSTALT,

7.
CATO TRUST REG.,
in hun hoedanigheid van trustees in
THE LAKE CAUMA TRUST,
hierna: Admintrust c.s.,
beide gevestigd te Vaduz, Liechtenstein,
gemachtigden: mrs. J.E. Eichhorn, J. Pas en C. de Bres.
1.
De zaak in het kort
In deze enquêtezaak verhoogt het Hof het onderzoeksbudget opnieuw en wijst het verzoeken tot onder meer vervanging van de onderzoeker af.
2.
Het verdere verloop van de procedure
2.1
Bij beschikking van 5 december 2023, ECLI:NL:OGHACMB:2023:233 heeft het Hof het onderzoeksbudget verhoogd.
2.2
Bij e-mail van 8 december 2023 heeft de onderzoeker het Hof bericht dat hij aan partijen en betrokkenen heeft laten weten dat hij het feitenonderzoek op 15 december 2023 zal afronden.
2.3
Bij e-mail van 7 februari 2024 heeft de onderzoeker verzocht om een nadere verhoging van het onderzoeksbudget tot in totaal € 525.000. Bij die e-mail heeft de onderzoeker onder meer bericht dat hij op 12 januari 2024 een conceptverslag heeft doen toekomen aan partijen, belanghebbenden en enkele belangrijke betrokkenen en dat zij in de gelegenheid zijn gesteld om zich uiterlijk op 1 maart 2024 uit te laten over het conceptverslag.
2.4
Bij gedingstuk van 21 februari 2024 (53 pagina’s), met dertig producties, hebben Admintrust c.s. bezwaar gemaakt tegen de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget en verzoeken gedaan.
De verzoeken luiden dat het Hof (of de rechter-commissaris):
a. urgent een aanwijzing aan de onderzoeker geeft het onderzoek met onmiddellijke ingang op te schorten totdat op de overige verzoeken zal zijn beslist en de onderzoeker specifiek instrueert geen definitief verslag neer te leggen;
b. primair: de onderzoeker per direct vervangt en bij voorkeur meerdere onderzoekers benoemt, die niet gelieerd zijn aan de onderzoeker of zijn kantoor;
c. subsidiair: de onderzoeker een aanwijzing geeft die ertoe strekt dat de door de Admintrust c.s. gesignaleerde problematiek wordt ondervangen in een nieuw conceptverslag, dat opnieuw aan partijen moet worden verstrekt voor commentaar voordat een definitief verslag wordt neergelegd; en
d. meer subsidiair: de onderzoeker een aanwijzing geeft, inhoudende dat de termijn voor reacties op het concept wordt verlengd tot een redelijke termijn (bijvoorbeeld twee maanden) na de beslissing van het Hof op dit verzoek;
e. het verzoek om verhoging van het onderzoeksbudget afwijst (althans een beslissing daarop aanhoudt) en
f. zodanige andere voorziening treft of aanwijzing geeft als het Hof (of de rechter-commissaris) geraden acht.
Een van de bij het gedingstuk overgelegde producties is het conceptverslag van de onderzoeker (816 pagina’s exclusief bijlagen).
2.5
Bij e-mail van 22 februari 2024 heeft mr. Klooster namens BGNIC bezwaar gemaakt tegen verhoging van het onderzoeksbudget.
2.6
Bij e-mail van 22 februari 2024 heeft mr. Princée laten weten dat Solid geen bezwaar heeft tegen verhoging van het onderzoeksbudget.
2.7
Bij e-mail van 27 februari 2024 heeft het Hof zijn beslissing medegedeeld dat het geen aanwijzing aan de onderzoeker gaf om zijn werkzaamheden/bevoegdheden op te schorten. Het Hof heeft BGNIC en Solid in de gelegenheid gesteld te reageren op de overige verzoeken van Admintrust c.s. Bij latere e-mail van dezelfde dag heeft het Hof ook de onderzoeker daartoe in de gelegenheid gesteld.
2.8
Bij brief van 8 maart 2024 (23 pagina’s), met vier bijlagen, heeft mr. Cornegoor namens Solid gereageerd op het gedingstuk van Admintrust c.s. van 21 februari 2024, met de mededeling dat de inhoud van de brief de instemming heeft van [belanghebbende 2], [belanghebbende 3] en [belanghebbende 4].
2.9
Bij brief van 8 maart 2024 (99 pagina’s), met bijlagen (declaraties), heeft de onderzoeker gereageerd op het gedingstuk van Admintrust c.s. van 21 februari 2024.
2.1
Bij gedingstuk van 8 maart 2024 (36 pagina’s), met veertien producties, heeft BGNIC gereageerd op het gedingstuk van Admintrust c.s. van 21 februari 2024 en ook zelf verzoeken gedaan. De verzoeken luiden dat het Hof:
a. de onderzoeker per direct vervangt en een of twee onafhankelijke onderzoekers benoemt;
b. de (nieuwe) onderzoeker(s) de aanwijzing geeft dat:
b1. het onderzoek beperkt is tot het beleid van Solid, waarin in ieder geval de in hoofdstuk 3 van het gedingstuk vermelde onderwerpen worden onderzocht en geanalyseerd, en
b2. het onderzoek naar parallelle ontwikkelingen sterk wordt ingeperkt en de ondergeschikte rol krijgt die het verdient.
2.11
Verder heeft het Hof kennisgenomen van diverse e-mails van procesdeelnemers en de onderzoeker van 10 en 11 maart 2024.
2.12
Beschikking is bepaald op vandaag.
3.
De beoordeling
3.1
Het Hof zal beslissen zonder een mondelinge behandeling te gelasten. Er bestaat geen recht op een mondelinge behandeling voor beoordeling van verzoeken als de onderhavige.
3.2
Alle beslissingen in deze beschikking worden gegeven door het Hof, niet door de voorzitter (die ingevolge art. 2:275 lid 1 BW als rechter-commissaris fungeert). De bevoegdheid die art. 2:275 lid 2 BW aan de rechter-commissaris toekent, komt ook toe aan het Hof.
3.3
Gelet op de uitkomst kan in het midden blijven of Admintrust c.s. ontvankelijk zijn in (al) hun verzoeken (gelet op art. 2:274 lid 4 BW). Verder kan in het midden blijven of Lopag is afgetreden als trustee, en zo ja, of dat processuele gevolgen heeft voor deze zaak.
3.4
Het Hof zal eerst enige verzoeken van Admintrust c.s. beoordelen, te beginnen met het verzoek om vervanging van de onderzoeker.
3.5
Het Hof heeft de onderzoeker aangewezen omdat het Hof vertrouwen heeft in zijn deskundigheid en integriteit. Uiteraard kan dit vertrouwen beschaamd worden, maar daarvoor zijn zwaarwegende aanwijzingen nodig. Uiteraard bestaat ook de mogelijkheid dat een onderzoeker aan wiens deskundigheid en integriteit niet getwijfeld behoeft te worden, procedurele fouten en/of beoordelingsfouten maakt.
3.6
Bij beschikking van 14 februari 2023 heeft het Hof de onderzoeker aangewezen. De onderzoeker heeft op 18 mei 2023 een plan van aanpak ingediend. Bij beschikking van 3 juli 2023 is een onderzoeksbudget van € 250.000 vastgesteld. Bij beschikking van 5 december 2023 is het verhoogd tot € 350.000. De onderzoeker heeft het feitenonderzoek op 15 december 2023 afgerond en op 12 januari 2024 een conceptverslag van 816 pagina’s geproduceerd. De onderzoeker verwacht binnen een maand het onderzoek te kunnen afronden en het verslag te kunnen deponeren.
3.7
Het onderzoek is dus omvangrijk geweest en het bevindt zich in de afrondende fase. Dat brengt mee dat de proceseconomie in beginsel eist dat de onderzoeker in de gelegenheid wordt gesteld zijn werkzaamheden te voltooien. Een nieuw onderzoek zou tot aanzienlijke meerkosten leiden, zeker indien er meer dan een nieuwe onderzoeker zou moeten worden aangewezen en/of indien de nieuwe onderzoekers niet gelieerd zouden mogen zijn aan het advocatenkantoor van de huidige onderzoeker. Daarnaast zou een nieuw onderzoek leiden tot aanzienlijke vertraging.
3.8
Alle bezwaren die partijen en belanghebbenden mochten hebben tegen de gang van zaken bij het onderzoek en de uitkomst ervan, zullen in een eventuele tweede fase van de enquêteprocedure aan de orde kunnen komen. De eisen van een goede procesorde verzetten zich er in beginsel tegen dat het Hof daar thans op vooruitloopt. Nog bezwaarlijker zou zijn dat het Hof dit zou doen aan de hand van het conceptverslag, dat niet openbaar is en waarvan het definitieve verslag kan afwijken. De eisen van een goede procesorde verzetten zich er dus tegen dat het Hof thans aan de hand van de inhoud van het conceptverslag oordeelt over de deugdelijkheid van het onderzoek.
3.9
Het Hof zal zich beperken tot beoordeling van de vraag of in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten geen andere slotsom mogelijk is dan dat de onderzoeker zo ernstig ten achter is gebleven bij hetgeen van hem mocht worden verwacht dat dit rechtvaardigt dat hij wordt vervangen, ondanks de bezwaren van proceseconomie en de eisen van een goede procesorde. Het Hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Tegen alle verwijten die Admintrust c.s. aan de onderzoeker gemaakt heeft, heeft de onderzoeker zich verdedigd met argumenten die niet aanstonds als niet steekhoudend aangemerkt kunnen worden. Voor een nadere beoordeling is thans geen plaats.
3.1
De onderzoeker zal dus niet worden vervangen.
3.11
Het Hof heeft er ook vertrouwen in dat de onderzoeker het commentaar van partijen, belanghebbenden en verdere betrokkenen op zijn conceptverslag serieus zal nemen en daarvan zal doen blijken in zijn definitieve verslag. Daarom zal het Hof de onderzoeker daar geen aanwijzingen over geven.
3.12
Verder heeft het Hof er vertrouwen in dat de onderzoeker bij het verschaffen van gelegenheid om te reageren op het conceptverslag voldoende oog heeft gehad voor de tijd die daarvoor redelijkerwijs nodig is. Uit de gedingstukken blijkt dat Admintrust c.s. (en ook Solid en BGNIC) goed in staat zijn op korte termijn omvangrijk commentaar te produceren. Het Hof zal daarom de reactietijd niet verlengen.
3.13
Thans komt het verzoek van de onderzoeker om verhoging van het onderzoekbudget aan de orde. De onderzoeker heeft erop gewezen dat het conceptverslag meer dan het dubbele aantal pagina’s telt dan hij in november 2023 voorzag. Hij heeft de hoofdstukindeling van het conceptverslag vermeld en opgemerkt dat alle hoofdstukken (naar zijn mening) voortvloeien uit het goedgekeurde plan van aanpak en zijn nadere toelichting van 11 november 2023. Ook heeft hij te kennen gegeven dat er nog werkzaamheden plaatsvinden in verband met een betwiste belastingclaim in Israël en het verwerken van het commentaar op het conceptverslag. Het Hof acht dit een voldoende rechtvaardiging voor toewijzing van de verzochte budgetverhoging.
3.14
In voorgaande oordelen ligt besloten dat alle verzoeken van Admintrust c.s. zullen worden afgewezen. Op overeenkomstige gronden delen de verzoeken van BGNIC in dat lot.
3.15
In het belang van het onderzoek en de rechtspersoon en de daarbij betrokkenen moet het onderzoek nu snel worden afgerond en het onderzoeksverslag worden neergelegd. Indien tussen vandaag en de datum van neerlegging van het verslag nog verdere verzoeken worden gedaan die dat in gevaar brengen, bestaat de kans dat het Hof die buiten beschouwing zal laten wegens misbruik van procesrecht.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten nader vast op € 525.000 exclusief btw;
beveelt Solid om € 175.000, vermeerderd met btw, bij wijze van nader voorschot over te maken naar de zakelijke bankrekening van de onderzoeker;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de verzoeken van Admintrust c.s. en BGNIC af;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, C.G. ter Veer en G. van Solinge, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 14 maart 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.