In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 2 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De verdachte, geboren in 1992 en thans gedetineerd in het Korrektie Instituut Aruba, was eerder veroordeeld tot dertien jaar gevangenisstraf voor doodslag. De benadeelde partij, M.W. Elma, was in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding en heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd.
Tijdens de zitting op 11 november 2024 heeft het Hof de vordering van de procureur-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis van het Gerecht vroeg. De raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde, maar het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd, met uitzondering van de op te leggen straf. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag door het slachtoffer met geweld te behandelen, wat leidde tot de dood van het slachtoffer. Het Hof heeft de straf verlaagd tot tien jaar gevangenisstraf, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte.
Daarnaast heeft het Hof de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen gelast, waaronder slippers van het merk Adidas, die door de verdachte zijn gebruikt bij het delict. De beslissing is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht van Aruba. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare zitting.