ECLI:NL:OGHACMB:2024:230
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verkoop van een perceel grond door een erfgenaam en de vorderingen van andere erfgenamen
In deze zaak gaat het om een erfgenaam die een perceel grond heeft verkocht dat deel uitmaakte van een nalatenschap. Andere erfgenamen hebben haar aangesproken en het Gerecht heeft een deel van hun vorderingen toegewezen. In hoger beroep beoordeelt het Hof de toegewezen vorderingen opnieuw, met name de schadebegroting voor de oorspronkelijk eisers, thans geïntimeerden. De procedure begon met een akte van appel op 4 oktober 2022, waarin de appellante het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg aanvecht. De appellante heeft in hoger beroep gesteld dat er een mondelinge vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen, maar het Hof oordeelt dat dit niet voldoende is onderbouwd. Het Hof bevestigt de verklaringen voor recht dat de appellante het perceel niet in eigendom heeft verkregen en dat zij onrechtmatig heeft gehandeld door het perceel te verkopen. De schadevergoeding wordt vastgesteld op basis van de verkoopopbrengst van het perceel, waarbij rekening wordt gehouden met eerdere betalingen aan de andere erfgenamen. Het Hof vernietigt het vonnis voor het overige en veroordeelt de appellante tot betaling van schadevergoeding aan de geïntimeerden, vermeerderd met wettelijke rente.