Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Op 20 oktober 2020 heeft [appellante] verzocht haar vttv te wijzigen naar een vergunning tot verblijf (hierna: vtv). Dat verzoek heeft de minister afgewezen om redenen van openbare orde omdat zij in strijd met de voorwaarde van haar eerder verleende vttv "inwonend bij echtgenoot" heeft gehandeld. Het daartegen gemaakte bezwaar heeft de minister bij de bestreden beschikking ongegrond verklaard met dezelfde motivering. De minister heeft daaraan toegevoegd dat er door het met de voorwaarden van de vttv strijdige handelen geen sprake is van vijf jaar onafgebroken verblijf.
Aangevallen uitspraak
Hoger beroep
Op grond van artikel 10 van de Ltu wordt hij die handelt in strijd met de hem verleende vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf, geacht gehandeld te hebben zonder vergunning.
In paragraaf 3.1.5 is onder meer bepaald dat een vreemdeling die gedurende een onafgebroken rechtmatig verblijf van vijf jaar in Sint Maarten heeft gewoond en nadien het hoofdverblijf niet buiten Sint Maarten heeft gevestigd, in aanmerking komt voor een vtv.
In paragraaf 3.1.3 is over het beleid wijziging/opheffing voorwaarden verlening vergunning bepaald:
Dit betekent dat [appellante] wordt geacht vanaf augustus 2020 geen rechtmatig verblijf te hebben gehad op Sint Maarten. Het gevolg daarvan is dat de periode na augustus 2020 niet mee kan tellen voor het berekenen van de periode van vijf jaar onafgebroken rechtmatig verblijf. Nu zij vanaf 21 januari 2016 tot augustus 2020 onafgebroken rechtmatig verblijf heeft gehad, voldoet zij niet aan de voor het verkrijgen van een vtv gestelde voorwaarde van vijf jaar onafgebroken rechtmatig verblijf. Alleen al daarom heeft de minister het verzoek van [appellante] mogen afwijzen.
"
4.6 Verbreken huwelijkBij verbreken huwelijk dient beoordeeld te worden of de vreemdeling voor voortgezet verblijf in aanmerking komt. Verbreken van het huwelijk doet zich voor indien:
a) het huwelijk op grond waarvan verblijf was toegestaan feitelijk is verbroken of juridisch ontbonden is (bijvoorbeeld echtscheiding of overlijden), of
[…]
4.6.2 Huwelijk/samenlevingsovereenkomst korter dan vijf jaarIndien het huwelijk of de samenleving minder dan vijf jaar heeft bestaan en betrokkene minder dan vijf jaar op grond van dat huwelijk of de samenleving toelating verleend was, komt de vreemdeling in beginsel niet in aanmerking voor voortgezet verblijf, tenzij er sprake is van klemmende redenen van humanitaire aard.
[…]
De reden voor de verbreking of ontwrichting van een huwelijk of samenleving is in beginsel niet relevant. Hierbij gelden twee uitzonderingen, nl. ontwrichting na (seksuele) mishandeling binnen de relatie alsmede wanneer de echtgeno(o)t(e) overleden is voordat aan de geldende vijf jaar termijn voldaan is. Aan hen wordt – tenzij de overledene een tijdelijk verblijfsrecht had – als regel voortgezet verblijf toegestaan.
[…]
4.6.3 Huwelijk/samenlevingsovereenkomst vijf jaar of langerDe echtgeno(o)te/partner kan in aanmerking komen voor een zelfstandige (tijdelijke) verblijfstitel zonder beperkende voorwaarde, indien het huwelijk of de samenleving ontbonden is nadat meer dan vijf jaar verstreken is nadat op grond van dat huwelijk of de samenleving aan betrokkene toelating verleend is, of indien er kinderen uit het huwelijk geboren zijn met de Nederlandse nationaliteit."