Uitspraak
1.[ERFGENAAM 1],
2.[ERFGENAAM 2],
[ERFGENAAM 3],
4.[ERFGENAAM 4],
5.[ERFGENAAM 5],
Het verdere verloop van de procedure
De verdere beoordeling
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die een vervolg is op ECLI:NL:OGHACMB:2023:193, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan over de verdeling van nalatenschappen. De zaak betreft een verzoek om een aanvullend voorschot voor een deskundige die is benoemd in een eerder vonnis van 24 oktober 2023. De deskundige heeft op 14 augustus 2024 verzocht om een aanvullend voorschot van NAf 32.000,- exclusief OB, gelijk aan het eerste voorschot, vanwege de complexiteit van de zaak. Het Hof heeft dit verzoek gehonoreerd en het bedrag passend geacht.
Het Hof heeft bepaald dat de wijze van betaling van het voorschot dezelfde is als eerder overwogen in het derde tussenvonnis. Het Hof heeft vastgesteld dat de partijen vertegenwoordigd door mr. Bokkes bereid zijn om mee te werken aan de betaling, terwijl de partijen vertegenwoordigd door mr. Henriquez nadere voorwaarden stellen. Het Hof heeft geoordeeld dat deze voorwaarden niet redelijk zijn en heeft alle partijen bevolen om mee te werken aan de betaling van het voorschot aan de deskundige. Indien de betaling niet binnen vier weken plaatsvindt, zal het vonnis in de plaats treden van een akte waaruit de benodigde medewerking blijkt.
De deskundige is opgedragen om een schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend bericht in te leveren ter griffie van het Hof vóór 1 juni 2025, onder vermelding van het registratienummer CUR2019H00414. De zaak zal na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol worden verwezen voor conclusie. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.