ECLI:NL:OGHACMB:2024:184

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
CUR2024H00174
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing tenuitvoerlegging en doorbetaling loon in arbeidsgeschil

In deze zaak heeft de besloten vennootschap PHARMACUR B.V., handelende onder de naam Botica di Servicio, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De beschikking, uitgesproken op 9 april 2024, betrof een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, [werkneemster], die op staande voet was ontslagen op 14 september 2023. PHARMACUR verzocht het Hof om de uitvoerbaarheid van de beschikking te schorsen voor de duur van het hoger beroep.

De werknemer heeft in haar verweerschrift geconcludeerd tot afwijzing van het schorsingsverzoek en veroordeling van PHARMACUR in de proceskosten. Het Hof heeft de argumenten van beide partijen in overweging genomen en vastgesteld dat PHARMACUR het ontbindingsverzoek inmiddels heeft ingetrokken. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst doorloopt en dat de verplichting tot doorbetaling van loon blijft bestaan tot de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt.

Het Hof heeft geoordeeld dat het belang van de werknemer bij doorbetaling van loon zwaarder weegt dan het belang van PHARMACUR bij het schorsen van de tenuitvoerlegging van de beschikking. Het verzoek om schorsing is dan ook afgewezen, en PHARMACUR is veroordeeld in de kosten van de schorsingsprocedure, die zijn begroot op NAf 2.000,- aan salaris voor de gemachtigde van de werknemer. De beschikking is uitgesproken op 8 oktober 2024.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Zaaknummers: CUR202400382 – CUR2024H00174
Uitspraak: 8 oktober 2024
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
op het verzoek om schorsing op de voet van art. 429p lid 2 Rv van:
de besloten vennootschap
PHARMACUR B.V.,
handelende onder de naam Botica di Servicio,
gevestigd in Curaçao,
in eerste aanleg verzoekster,
verweerster in het zelfstandig tegenverzoek,
thans appellante,
verzoekster om schorsing,
gemachtigde: mr. D.M. Wildeman,
tegen
[WERKNEEMSTER],
wonende in Curaçao,
in eerste aanleg verweerster,
verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek,
thans geïntimeerde,
verweerster tegen het verzoek om schorsing,
gemachtigde: mr. N.V.R. Doekhie.
Partijen worden hierna Pharmacur en [werkneemster] genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 21 mei 2024 per mail ingekomen beroepschrift (zaaknummer CUR2024H00126) is Pharmacur in hoger beroep gekomen van de tussen partijen gegeven en op 9 april 2024 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht).
1.2
Bij op 19 juli 2024 ingekomen afzonderlijk verzoekschrift, met producties, heeft Pharmacur verzocht, verkort weergegeven, dat het Hof de uitvoerbaarheid van de beschikking zal schorsen voor de duur van het hoger beroep, met veroordeling van [werkneemster] in de kosten van het schorsingsverzoek.
1.3
Bij op 23 augustus 2024 ingekomen verweerschrift, met producties, heeft [werkneemster] geconcludeerd tot afwijzing van het schorsingsverzoek, met veroordeling van Pharmacur in de proceskosten.
1.4
Pharmacur heeft afgezien van de mogelijkheid zich over het verweerschrift uit te laten.
1.5
Beschikking is gevraagd en nader bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
Het Hof zal acht slaan op het verweerschrift. Het wordt geacht tijdig te zijn ingediend.
2.2
Op 14 september 2023 heeft Pharmacur [werkneemster] op staande voet ontslagen.
In de hoofdzaak heeft Pharmacur verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor zover vereist, zonder toekenning van een vergoeding. [werkneemster] heeft een aantal zelfstandige tegenverzoeken gedaan.
In de bestreden beschikking heeft het Gerecht onder meer overwogen dat het ontslag op staande voet niet in stand kan blijven. Het Gerecht heeft (naast andere dicta) de arbeidsovereenkomst met ingang van 16 april 2024 ontbonden met een ontbindingsvergoeding van NAf 75.000, behoudens tijdige intrekking van het verzoek daartoe, en Pharmacur veroordeeld tot doorbetaling van loon vanaf 14 september 2023 tot aan de dag waarop de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd, met wettelijke verhoging, uitvoerbaar bij voorraad.
2.3
Bij de beoordeling van het verzoek om schorsing gelden de maatstaven als vermeld in HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026 (Strandhotel).
2.4
De bestreden beschikking bevat geen kennelijke misslagen. Pharmacur heeft dit ook niet betoogd.
2.5
Tussen partijen staat vast dat Pharmacur het ontbindingsverzoek heeft ingetrokken. Verder staat (mede gelet op de e-mails van de gemachtigden die zich in het dossier bevinden) tussen partijen vast dat Pharmacur inmiddels het loon met wettelijke verhoging heeft betaald voor de periode vanaf 14 september 2023 tot 16 april 2024. De veroordeling tot betaling daarvan kan niet (verder) worden tenuitvoergelegd. In zoverre heeft Pharmacur geen belang bij de verzochte schorsing. Het verzoek zal in zoverre worden afgewezen.
2.6
Bij de bestreden beschikking heeft het Gerecht de arbeidsovereenkomst met ingang van 16 april 2024 ontbonden, maar slechts voor het geval dat het ontbindingsverzoek niet wordt ingetrokken. Aangezien Pharmacur het ontbindingsverzoek wel heeft ingetrokken, heeft dat dictum geen effect. Dat brengt mee dat de verplichting om loon te betalen doorloopt tot aan de dag waarop de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is/zal zijn geëindigd. Schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beschikking kan daar geen verandering in brengen. Ook in zoverre heeft Pharmacur dus geen belang bij de verzochte schorsing. Het verzoek zal daarom ook in zoverre worden afgewezen. Ten overvloede overweegt het Hof dat het belang van [werkneemster] bij doorbetaling van loon na 16 april 2024, gelet op de aard van die betaling als strekkende tot voorziening in het levensonderhoud, zwaarder weegt dan het belang van Pharmacur bij het vooralsnog niet doorbetalen van loon. Hierbij heeft het Hof bij de beoordeling van het restitutierisico mede gelet op de door [werkneemster] aangevoerde omstandigheid dat zij samen met haar man een huis heeft.
2.7
Het verzoek wordt geheel afwezen. Gelet op deze uitkomst zal Pharmacur worden veroordeeld in de kosten van deze schorsingsprocedure.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
wijst het schorsingsverzoek af;
veroordeelt Pharmacur in de kosten van deze schorsingsprocedure, aan de zijde van [werkneemster] gevallen en tot op heden begroot op NAf 2.000,- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.A. Saleh, G.C.C. Lewin en C.G. ter Veer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 8 oktober 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.