ECLI:NL:OGHACMB:2024:163
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing tenuitvoerlegging ontruiming huurder en ordemaatregel in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de ontruiming van een woning door een huurder in Sint Maarten. De huurder, vertegenwoordigd door mr. Z.J. Bary, had in eerste aanleg een vonnis gekregen dat hem verplichtte om huurachterstanden te betalen, en de verhuurder, vertegenwoordigd door mrs. J.J. Rogers en N.R. Joubert, had een vordering tot ontruiming ingediend. De huurder kwam in hoger beroep en vroeg om schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis, alsook om een ordemaatregel.
Het Hof oordeelde dat de vordering tot schorsing niet voldeed aan de eisen van het procesreglement en dat het belang van de verhuurder bij ontruiming zwaarder woog dan het belang van de huurder bij behoud van de woning. De huurder had sinds 1994 in de woning gewoond, maar had een huurachterstand opgebouwd. Het Hof concludeerde dat de huurder niet kon aantonen dat de verhuurder een dwangsom had verbeurd die verrekend kon worden met de huurschuld. De vordering tot schorsing werd afgewezen en de huurder werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak is van belang voor de toepassing van de maatstaven bij schorsingsprocedures en benadrukt dat de belangen van de verhuurder bij beschikbaarheid van de woning voor verhuur zwaarder kunnen wegen dan de belangen van de huurder, vooral in het licht van eerdere huurachterstanden.