ECLI:NL:OGHACMB:2024:148

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
AUA2021H00211
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan prefab woningen tijdens inklaring in Aruba

In deze zaak heeft [appellante] vier prefab woningen besteld en deze vanuit China naar Aruba laten verschepen. De inklaring van de goederen werd verzorgd door de naamloze vennootschap S.E.L. MADURO & SONS (ARUBA) N.V. Tijdens de inklaring zijn de wandpanelen van de prefab woningen omgevallen, wat resulteerde in schade aan de panelen. [appellante] heeft daarop schadevergoeding gevorderd van SEL, maar het Gerecht in eerste aanleg heeft de vorderingen afgewezen. In hoger beroep heeft het Hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het Hof heeft vastgesteld dat SEL als inklaringsagent verantwoordelijk was voor de deugdelijkheid van de constructie waarin de panelen werden geplaatst. Het Hof oordeelde dat SEL niet voldoende rekening had gehouden met de mogelijkheid van een windvlaag die de panelen omver kon blazen. Hierdoor is SEL aansprakelijk voor de schade die [appellante] heeft geleden. Het Hof verleent [appellante] toelating om kosteloos in hoger beroep te procederen en verwijst de zaak naar de rol voor verdere akten van beide partijen.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Registratienummers: AUA201904466 – AUA2021H00211
Uitspraak: 30 juli 2024
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
[APPELLANTE],
wonende in Aruba,
in eerste aanleg eiseres, thans appellante,
thans procederende in persoon,
tegen
de naamloze vennootschap
S.E.L. MADURO & SONS (ARUBA) N.V.,
gevestigd in Aruba,
in eerste aanleg gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. J.A. Saade.
Partijen worden hierna [appellante] en SEL genoemd.

1.De zaak in het kort

[appellante] heeft vier prefab woningen besteld en vanuit China naar Aruba laten verschepen in een container. SEL zou de inklaring van de goederen in Aruba verzorgen. De wandpanelen van de prefab woningen zijn uit de container gehaald en vervolgens omgevallen. Daarbij is een aantal panelen beschadigd geraakt.
In dit geding heeft [appellante] schadevergoeding gevorderd van SEL. Het Gerecht heeft de vorderingen afgewezen. In dit hoger beroep beoordeelt het Hof de vorderingen opnieuw.

2.Het verloop van de procedure

2.1
Bij op 15 november 2021 ingekomen akte van appel is [appellante] in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 6 oktober 2021 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht).
2.2
Bij op 28 december 2021 ingekomen memorie van grieven, met producties, heeft [appellante] twaalf grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en, uitvoerbaar bij voorraad, haar vorderingen alsnog zal toewijzen, met veroordeling van SEL, de proceskosten in beide instanties.
2.3
Bij op 1 maart 2022 ingekomen memorie van antwoord, met producties, heeft SEL de grieven bestreden. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het bestreden vonnis zal bevestigen, met veroordeling van [appellante], uitvoerbaar bij voorraad, in de werkelijke proceskosten in hoger beroep, althans de forfaitair berekende proceskosten in hoger beroep.
2.4
Op 25 april 2023 hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities ingediend. [appellante] heeft vooraf producties D tot en met N in het geding gebracht. SEL heeft vooraf productie 22 in het geding gebracht.
2.5
Vonnis is gevraagd en nader bepaald op vandaag.

3.De beoordeling

3.1
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal het Hof [appellante] toelating verlenen om in hoger beroep kosteloos te procederen.
Feiten
3.2
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.2.1
Eind 2015 heeft [appellante] vier prefab woningen in China besteld en van Shanghai naar Aruba laten verschepen in een container. De woningen dienden na aankomst in Aruba te worden gemonteerd. [appellante] heeft bij dezelfde leverancier ook zeven matrassen, vier koelkasten en twee scooters besteld. Die werden in dezelfde container naar Aruba verscheept.
3.2.2 [
[appellante] is mondeling met SEL overeengekomen dat SEL als inklaringsagent/broker de inklaring van de goederen bij de douane in Aruba zou verzorgen en vervolgens de goederen zou vervoeren naar een privéterrein van [appellante] te [wijk], Aruba.
3.2.3
Voordat de container in Aruba aankwam, heeft [appellante] de factuur van de leverancier en foto’s van de onderdelen van de prefab woningen aan SEL getoond. In de factuur is vermeld dat de woningen USD 2.500 per stuk kosten. De factuur komt uit op USD 16.700 in totaal. Op de foto’s zijn onderdelen van de prefab woningen verpakt in kratten.
3.2.4
Op 1 februari 2016 is de container aangekomen in de haven van Aruba.
3.2.5
Bij factuur van 2 februari 2016 heeft SEL Afl. 6.689,96 bij [appellante] in rekening gebracht. Op dezelfde dag heeft [appellante] dat bedrag betaald. Hiervan is Afl. 1.105 een vergoeding voor de werkzaamheden van SEL. Het restant is bedoeld voor betalingen die SEL voor [appellante] aan derden dient te doen, zoals aan de douane.
3.2.6
SEL heeft de container naar het terrein van SEL gebracht met het doel de goederen daar in een
bonded warehousete plaatsen.
3.2.7 [
[appellante] heeft de douane bereid gevonden om op 4 februari 2016 na kantooruren de inhoud van de container te komen bekijken bij SEL. Bij opening van de container in aanwezigheid van de douane bleek dat de panelen niet in kratten waren verpakt, maar dat acht lange wandpanelen rechtop in de container stonden, vastgezet met een ijzeren draad (zie de eerste foto, productie 4 bij conclusie van antwoord). [appellante] was hierbij niet aanwezig. De container is vervolgens gesloten en weer verzegeld.
3.2.8
Op zaterdagochtend 6 februari 2016 heeft de douane op het terrein van SEL een aanvang gemaakt met de inklaring van de goederen. [appellante] was daarbij aanwezig. In verband met de inklaring hebben door SEL ingeschakelde personen de wandpanelen uit de container gehaald, op een pallet geplaatst (de grootte van de pallet is betwist), aan elkaar gebonden met bandtouwen en gestut met pallets (zie de twee foto’s, productie 5 bij conclusie van antwoord). Bij de werkzaamheden is mankracht en ook een vorkheftruck gebruikt. Tijdens de lunchpauze is de stellage omgevallen. Daarbij zijn (minimaal twee) panelen beschadigd geraakt.
3.2.9
SEL heeft schade-expert (surveyor) [schade-expert 1] (hierna: [schade-expert 1]) ingeschakeld. [schade-expert 1] heeft de panelen geïnspecteerd op 6 februari 2016 en 2 maart 2016. In het rapport van [schade-expert 1] van 8 april 2016 staat onder meer:
BRIEF SCENARIO
According to the obtained information, a 40’ sea container (…) was received to the property of [SEL] and stripped by their employees.
Eight large wall panels were temporarily moved from the container onto pallets outside their warehouse, tied together and supported with a forklift to prevent them from tipping over.
During the lunch break of the employees, they were surprised by sudden wind gusts, which blew over the wall panels, including the pallets.
After the incident, the ties were removed and the wall panels were moved inside the warehouse one by one.
Due to the incident, the wall panels suffered damage.
FINDINGS
(…)
DESCRIPTION OF INSPECTED PANELS
Eight panels were inspected, being the (large) front and back panels of four prefabricated houses.
The panels, each of them
+5.80 m long and
+2.30 m high, consist of painted, welded together steel profile rectangular frame, in which painted aluminium sandwich panels (two sheets of aluminium with PUR insulation foam in between) are riveted.
In the front panels, a quadruple PVC sliding door is mounted.
In the back panels, two PVC horizontal sliding windows are mounted (riveted).
The appearance of the overall quality is poor and cheap; the panels are poorly finished, some windows are misaligned with the frames and when lifting the panels (vertically) by hand, the sandwich panels started wobbling.
Undersigned observed that additional panels, which were not involved in the incident, had wobbles and waves in the sandwich panels and had cosmetic defects or damage.
(…)
DAMAGE AMOUNT
Undersigned was provided with quotations for the repairs of the damage to the frames and sandwich panels for a total amount of Afl. 4,554.00 as well as for the replacement of both broken glass panes for a total amount of Afl. 273.22.
[schade-expert 1] heeft de kosten van herstel van de panelen en vervanging van gebroken ramen begroot op Afl. 4.554,00 + Afl. 273,22 = Afl. 4.827,22.
Hieraan liggen ten grondslag: een offerte van Kooltemp van 22 maart 2016 van Afl. 4.554,00 en een offerte van Glassco van 3 maart 2016 van Afl. 273,22.
3.2.10
Op 23 mei 2016 heeft I.C.R. Services in Aruba een offerte voor het herstel van de wandpanelen aan [appellante] uitgebracht die uitkomt op Afl. 58.291,20.
3.2.11
Na 10 juni 2016 heeft [appellante] de goederen bij SEL laten ophalen.
3.2.12
Bij kortgedingvonnis van 5 oktober 2016 heeft het Gerecht SEL veroordeeld tot betaling van Afl. 4.827,22, met rente en kosten, aan [appellante]. Dit is het door schade-expert [schade-expert 1] getaxeerde bedrag. De overige schade achtte het Gerecht in het kort geding onvoldoende onderbouwd. SEL heeft aan de veroordeling voldaan.
3.2.13
Bij e-mail van 24 oktober 2016 heeft [naam 1] van 9006 Gevelschadeherstel in Marknesse, Nederland aan [appellante] bericht niets met de panelen te kunnen, omdat die te erg beschadigd zijn.
Bij e-mail van 28 oktober 2016 heeft Van Heemskerk Gevelschadeherstel in Rijssen, Nederland, [appellante] geadviseerd om de panelen niet te herstellen, maar te vervangen.
Bij e-mail van 27 oktober 2016 heeft Katra N.V. in Aruba aan [appellante] laten weten de wandpanelen niet te kunnen herstellen.
3.2.14 [
[appellante] heeft bouwkundige en taxateur [taxateur] ingeschakeld. In het rapport van [taxateur] van 8 januari 2017 staat dat de wandpanelen zich op het perceel van een woonhuis te [wijk] bevinden en dat [taxateur] ze vorig jaar in tegenwoordigheid van [appellante] heeft geïnspecteerd. Hij heeft gerapporteerd dat er vier compleet nieuwe geprefabriceerde woningen zullen moeten worden besteld. De kosten raamt hij op Afl. 55.000.
3.2.15
Een in opdracht van de gemachtigde van SEL opgesteld rapport van [naam]’s Company in Aruba van 28 september 2020 vermeldt dat drie van de vier sets simpel in elkaar te zetten waren met bijwerken van de cosmetische schade/krassen en dat de vierde set het beste kon worden vervangen.
Vorderingen
3.3
In deze rechtszaak heeft [appellante] gevorderd, verkort weergegeven:
a. verklaring voor recht dat SEL is tekortgeschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld en/of risico-aansprakelijk is op grond van art. 6:170 BW;
b. betaling van Afl. 365.295,98, met rente;
c. vergoeding van winstderving, op te maken bij staat, met rente.
3.4
Het gevorderde bedrag van Afl. 365.295,98 is als volgt opgebouwd:
b1. Winstderving juli 2016-december 2018
(business plan Geco Stay & Pleasure) Afl. 304.250,00
b2. Herstelkosten (offerte I.C.R. Service) 58.291,20
b3. Vervoerkosten Bon Bini Cargo 6.689,00
b4. In- en uitlaadkosten Juver Cargo 890,00
Aftrek: Reeds betaald uit hoofde van kortgedingvonnis (4.827,22)
--------------------
b. Saldo Afl. 365.292,98
Beslissingen van het Gerecht
3.5
Bij het bestreden vonnis heeft het Gerecht de vorderingen afgewezen. Het Gerecht heeft, verkort weergegeven, als volgt overwogen. De overeenkomst is deels een overeenkomst van opdracht en deels een vervoersovereenkomst (4.1). De inklaringswerkzaamheden vallen onder de overeenkomst van opdracht (4.3). [appellante] heeft niet concreet gesteld wat er onzorgvuldig was aan de wijze waarop SEL de panelen aan elkaar gebonden heeft en hoe die onzorgvuldigheid ertoe heeft geleid dat de panelen zijn omgevallen (4.9). Voor het geval aangenomen moet worden dat de wind de panelen heeft omvergeblazen, heeft het Gerecht als volgt overwogen. [appellante] heeft niet gesteld dat de windvlaag voor SEL te voorzien was en ook niet waarom SEL het risico had behoren uit te sluiten dat een onverwachte windvlaag de panelen plotseling omver zou blazen (4.12).
Beoordeling door het Hof
3.6
SEL heeft bezwaar gemaakt tegen het grote aantal producties dat [appellante] kort voor de datum van schriftelijk pleidooi aan SEL heeft toegezonden. Het zijn zo veel producties dat SEL geen redelijke mogelijkheid heeft gehad om ze in haar pleitnota te bespreken. Dit bezwaar is gegrond. Het Hof zal deze producties in dit tussenvonnis buiten beschouwing laten. Bij de verdere loop van het geding kunnen ze wel betrokken worden.
3.7
Het Hof verenigt zich met het oordeel van het Gerecht dat de schade is ontstaan tijdens de uitvoering van dat deel van de overeenkomst dat als opdracht moet worden gekwalificeerd en dat daarom art. 7:400 BW en verder van toepassing zijn.
3.8
De opdracht betrof de verzorging van de inklaring. De schade is ontstaan in het kader van werkzaamheden ten behoeve van de inklaring. De schade is op het terrein van SEL ontstaan toen de wandpanelen zich bevonden in een door personeel van SEL gebruikte constructie. SEL is daarom verantwoordelijk voor de deugdelijkheid van de gebruikte constructie. Dat bestrijdt zij ook niet. Dat betekent niet dat SEL risicoaansprakelijk is voor de schade die ontstaan is doordat wandpanelen beschadigd zijn geraakt toen ze zich in die constructie bevonden, maar wel dat de zorgplicht van SEL als opdrachtnemer meebrengt dat de gebruikte constructie moet voldoen aan de eisen die in de gegeven omstandigheden daaraan mochten worden gesteld. De omstandigheid dat [appellante] ook aanwezig was, speelt geen rol. Zij mocht verwachten dat SEL verantwoordelijk was voor de deugdelijkheid van de gebruikte constructie.
3.9
Niet alleen is het een feit van algemene bekendheid dat het in Aruba hard kan waaien, zoals partijen onderkennen, maar ook dat dit gepaard kan gaan met windvlagen of windstoten oftewel een plotseling opkomende grotere windsnelheid. Uit het door SEL overgelegde overzicht van de windsnelheid op 6 februari 2016 in Aruba (productie 20 bij memorie van antwoord) blijkt weliswaar dat het op die dag vanaf 11 uur harder waaide dan daarvoor, maar niet zo veel harder dat dit als een uitzonderlijk weertype moet worden aangemerkt. Vanaf 9 uur waaide het ook al harder dan daarvoor. De hoogst gemeten maximum windsnelheid was 33 knopen, gemeten om 11 uur. Daarvoor waren ook al windsnelheden van 26 en 27 knopen gemeten.
3.1
Anders dan het Gerecht is het Hof daarom van oordeel dat SEL naar maatstaven van zorgvuldigheid rekening had moeten houden met de mogelijkheid van een windvlaag zoals die zich volgens SEL heeft voorgedaan in de lunchpauze. Zij had daarom de panelen binnen (in de warehouse) moeten zetten alvorens te gaan lunchen. Nu zij dat niet gedaan heeft, is zij aansprakelijk voor de schade die [appellante] geleden heeft doordat (een deel van) de panelen beschadigd is geraakt bij het incident in de lunchpauze. Hieraan doet niet af dat de opgegeven waarde van de prefab woningen beperkt is en dat het loon dat SEL voor haar werkzaamheden ontving, ook relatief laag is. Dat heeft weliswaar invloed op hetgeen [appellante] van SEL mocht verwachten, maar het is in dit geval niet van doorslaggevend gewicht. Indien [appellante] geen goede oplossing had voor het probleem dat de container gehuurd was, en dat zij de goederen ergens zou moeten opslaan in afwachting van de werkzaamheden van de douane zonder dat de kosten te veel mochten oplopen, en indien SEL heeft getracht [appellante] met dat probleem te helpen, doet ook dat aan voorgaand oordeel niet af.
3.11
Voorshands is aannemelijk dat drie van de vier prefab huizen gebouwd konden worden met herstelde wandpanelen, maar dat de vierde vervangen moest worden. Indien partijen zich niet kunnen verenigen met dit uitgangspunt voor de schadebegroting, is het waarschijnlijk noodzakelijk dat het Hof een deskundige benoemt om daarover te adviseren.
3.12
Voordat het Hof verder oordeelt, zal het partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte (ambtshalve P3, dat wil zeggen: zonder mogelijkheid van uitstel) uit te laten over het vervolg van de procedure. Er zal geen gelegenheid worden geboden voor het indienen van antwoordakten. Denkbaar zijn in elk geval de volgende mogelijkheden:
- partijen wensen door te procederen bij het Hof;
- partijen wensen verwijzing naar de schadestaat, zodat over de schade in twee feitelijke instanties geprocedeerd kan worden;
- partijen wensen een minnelijke regeling van het geschil te beproeven, al dan niet gefaciliteerd door een mondelinge behandeling bij het Hof;
- SEL wenst te worden toegelaten tot tussentijds cassatieberoep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
verleent [appellante] toelating om in hoger beroep kosteloos te procederen;
verwijst de zaak naar de rol van 1 oktober 2024 (ambtshalve P3) voor gelijktijdige akten aan beide zijden als bedoeld in 3.11;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.M. van der Bunt, G.C.C. Lewin en J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 30 juli 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.